Een andere visie op leren: Scholen zullen ingrijpend veranderen

 

door Stephanie Pace Marshall (ingekort en bewerkt door Marja de Vries)

gepubliceerd in Educare, Jaargang 24, nr. 4/2006, p. 6-9.

 

Dr. Stephanie Pace Marshall is een internationaal pionierster op het gebied van onderwijstransformatie, oprichtster van diverse vernieuwingsorganisaties en auteur van het onlangs verschenen boek The Power to Transform: Leadership that brings learning and schooling to life.


De recente revolutionaire nieuwe inzichten op basis van de kwantum fysica, chaos theorie, evolutiebiologie, neurowetenschappen en cognitieve wetenschappen werpen een geheel nieuw licht op het proces van leren en onderwijs. Vanuit dit nieuwe perspectief kunnen we onjuiste modellen voor georganiseerd leren verwerpen en krijgen we een idee hoe levendige dynamische zelf-organiserende leergemeenschappen vorm zouden kunnen krijgen.

 

De recente nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben niet alleen een geheel nieuw beeld gecreëerd van het universum en de wereld van de natuur, maar ook van onszelf als mens. Inmiddels is het duidelijk geworden dat ook wij – mensen - een dynamisch geheel zijn dat permanent groeit, zich ontwikkelt, leert en verandert. Als gevolg hiervan beschikken we nu over geheel nieuwe metaforen voor groei en verandering gebaseerd op de hoopgevende en zichzelf in standhoudende eigenschappen van de natuur, de menselijke geest en de hersenen zelf. Deze nieuwe principes zijn van toepassing op iedere leersituatie die zich ten doel stelt om de volheid en verscheidenheid van de menselijke capaciteiten te vergroten.
Dit valt samen met het feit dat we op dit moment overal om ons heen aanwijzingen zien dat we ons middenin een culturele transformatie bevinden. Het begint duidelijk te worden dat oude modellen, waarin concurrentie, onafhankelijkheid en isolatie centraal staan, ontoereikend zijn in de volgende fase van onze ontwikkeling waarin we vorm zullen geven aan geheel nieuwe manieren van samenleven. In plaats van onafhankelijkheid zal menselijke onderlinge afhankelijkheid de basis zijn voor een nieuwe wereldwijde beschaving. Zo’n nieuwe samenleving vraagt ook om nieuwe modellen en vormen voor leren.  

 

Crisis
Ik ben van mening dat de veronderstelde crisis in het openbaar onderwijs voornamelijk gebaseerd is op een crisis in de metaforen die ten gronslag liggen aan de modellen voor leren. De oude modellen voor leren kennen drie metaforen die in de loop van de geschiedenis het kader zijn geweest van onze visie op onderwijs en leren. Deze drie metaforen zijn: het universum wordt gezien als een mechanisch raderwerk, de hersenen worden beschouwd als een computer en leren vindt plaats vanuit een tabula rasa (een onbeschreven blad).
Inmiddels heeft echter de oude opvatting van het universum als een machine plaats gemaakt voor het nieuwe perspectief van een complex dynamisch systeem dat in staat is om zichzelf voortdurend aan te passen. In plaats van de oude opvatting van de hersenen als een computer die geprogrammeerd kan worden is er nu het nieuwe inzicht dat de hersenen een dynamisch, zelf-organiserend zenuwnetwerk zijn en leren blijkt niet langer een lineair proces van informatieopeenstapeling te zijn, maar wordt inmiddels gezien als een natuurlijk, actief en soms een enigszins rommelig proces van het ontdekken van patronen en het geven van betekenis.
Deze radikaal nieuwe inzichten maken enerzijds duidelijk dat de bekende onderwijsvormen op basis van de metafoor van de machine lijnrecht tegenover de nieuwe vloeiende, organische en biologisch metaforen staan. Anderzijds verschaffen deze nieuwe inzichten ons een geheel nieuw kader voor het opnieuw vormgeven van leren en onderwijs.

 

Het oude wereldbeeld
Wetenschappelijke inzichten hebben verregaande invloed op de manier waarop we onze wereld vormgeven, want we vormen, organiseren en regelen onze instituties in overeenstemming met de wetenschap van onze tijd. Gedurende drie eeuwen was het dominante wetenschappelijke wereldbeeld dat van een statisch en zichzelf herhalend, voorspelbaar, lineair en mechanisch universum. In dit wereldbeeld stond lineair denken centraal en werd bijna uitsluitend het rationeel-logisch denken gestimuleerd.
Dit vinden we weerspiegeld in bijna ieder aspect van onze culturele organisaties, inclusief onze scholen. We creëerden voorspelbare lineaire-oorzaak-en-gevolg-modellen voor het menselijk leren en reduceerden leren tot afzonderlijke, observeerbare en meetbare onderdelen. En we geloofden stellig dat we door het begrijpen van de delen het gedrag van het geheel zouden kunnen bevatten.
Inmiddels begrijpen we echter, dat we op basis van de metafoor van het mechanisch raderwerk een onjuist en ongezond paradigma voor leren omarmden dat onder andere gebaseerd was op de volgende aannames:

  • Onderwijs is passief en niet dynamisch en in voortdurende ontwikkeling.
  • Leren is een lineair proces van informatieverwerven en niet het geven van betekenis.
  • Intelligentie is een vastliggende eigenschap en is niet aan te leren.
  • Potentieel en capaciteiten zijn eindig en kunnen niet vergroot worden.
  • Het reproduceren van de behandelde stof is belangrijker dan werkelijk inzicht.
  • Indeling van de leerstof in verschillende vakken is belangrijker dan begripsintegratie.
  • Betrouwbare evaluatie kan alleen objectief en extern zijn, niet kwalitatief en zelf-corrigeerbaar.
  • Concurrentie motiveert veel krachtiger dan samenwerking.


Onderdrukte groei 

Het gevolg hiervan was dat we ongezonde leer-instituten creëerden die zaken als reflectief denken, creativiteit en de aangeboren en onuitputtelijke menselijke capaciteit voor levenslange ontplooiing hebben onderdrukt. Het vormgeven van onderwijs op basis van dit wereldbeeld verkleinde onze capaciteit voor permanente groei en verandering, omdat het ons vermogen tot “ontwikkelen” van de individuele en collectieve intelligentie, energie, geest en hoop voor het gehele systeem deed afnemen.
Het negeerde het feit dat menselijke systemen - net zoals het meeste in de Natuur - niet voorspelbaar zijn en dat leren en verandering dynamische niet-lineaire patronen kennen.
Inmiddels wordt duidelijk, dat we niet in deze metafoor passen, maar in plaats daar van snakken naar verbondenheid, diepgaande relaties en betekenis.

 

Leren op basis van de oude metaforen        Leren op basis van de nieuwe metaforen
instructies                                                       ontdekken
regels                                                              reflectie
voorschriften                                                   mogelijkheden
dogma’s                                                          diversiteit
aanpassing en zekerheid                                creativiteit en nieuwsgierigheid
opdrachten                                                      zinvolheid
herinneren                                                       betekenis
overdracht                                                       betrokkenheid
volgzaamheid                                                  onderzoek
verwerven                                                       verkennen
uniformiteit                                                      verpersoonlijken
individualisme                                                  onderlinge afhankelijkheid
competitie                                                        samenwerking
angst                                                               vertrouwen
“of/of”                                                              “zowel/als”

 

Dynamische visie
De nieuwe metafoor voor het universum is een holistisch, dynamisch en intrinsiek verbonden systeem waarbinnen alles al het andere permanent lijkt te beïnvloeden. Wanneer we leergemeenschappen willen creëren die zichzelf – net als de complexe dynamische systemen in de Natuur - permanent vernieuwen en zich ontwikkelen in de richting van hogere niveaus van complexiteit, dan moeten we de transformatie van het onderwijs baseren op deze nieuwe  wetenschappelijke inzichten van onze tijd. Op basis daarvan kunnen we voorwaarden creëren voor zingevende en bezielde betrokkenheid van mensen bij hun werk.
Dit nieuwe inzicht valt samen met het feit dat op dit moment de bestaande vormen van onderwijs worden uitgedaagd door het feit dat kennis zich met een opvallende snelheid aan het verdubbelen is. In plaats van de behoefte aan kennis die op voorgeschreven en geplande manieren aangeboden kan worden, groeit de behoefte aan permanent leren op de werkplaats. De nieuwe norm lijkt levenslang leren te worden die in sommige gevallen schoolleeftijd-educatie al aan het vervangen is. Dat zou wel eens kunnen betekenen dat het schoolgebouw van de toekomst noch een school noch een gebouw zal zijn. We moeten onze kinderen voorbereiden op de leer-werkplek die ze zullen aantreffen. De basis voor groei en duurzaamheid in deze nieuwe leeromgeving is de permanente ontwikkeling en uitwisseling van kennis. Een proces dat mogelijk gemaakt wordt door onze intrinsieke wens en vermogen voor het leren van nieuwe dingen.
Het onderwijs op basis van de oude metafoor schreef een systeem voor met “één maat voor iedereen”, waarbij onjuiste referentiekaders zoals het aantal bijgewoonde lesuren en de behaalde cijfers gebruikt werden als indicators voor werkelijk inzicht. Als een gevolg hiervan creëerden we leeromgevingen die in feite integrerend leren belemmerden, die de identiteit van de leerling en zijn of haar leervaardigheid verstoorden, en die vindingrijkheid, onderszoek en complexe kenvermogens ontmoedigden.
Het nieuwe persoonlijke leren voor de 21ste eeuw moet voortdurend de individuele vaardigheid vergroten door het stimuleren van natuurlijk leren op basis van verbinding, coherentie, wederzijds gecreëerde betekenis, dynamische relaties en de evolutionaire aard van de menselijke ervaring zelf.
Dit alles betekent dat we het mechanische paradigma voor onderwijs moeten veranderen in een geïntegreerde en holistische visie van een duurzame en dynamische leergemeenschap. 

 

Zelforganisatie
Wat creëert zelf-organisatie in levende systemen? Zelf-organisatie in natuurlijke systemen ontstaat uit de webachtige en dynamische onderlinge verbondenheid van drie aspecten: identiteit, informatie en relaties. Identiteit is het principe dat het meest fundamenteel is voor alle zelf-organiserende systemen. Het omvat de betekenis, het doel en de intentie van de organisatie en verschaft de samenhang waaromheen de stabiliteit van het systeem ontstaat. Informatie is zowel het medium voor uitwisseling van productief organisch leren als de krachtbron daarvan. Relaties vertegenwoordigen het zenuwnetwerk van de organisatie; ze bepalen het vermogen voor deelname, betrokkenheid en onderlinge verbondenheid met de organisatie. De integratie van deze drie aspecten maakt het mogelijk dat systeem-synergie ontstaat.
Dat betekent dat we moedige leiders nodig hebben die in staat zijn om te denken en te handelen op integrerende, systemische en bezielende manieren en die in staat zijn om de voorwaarden te creëren op basis waarvan identiteit, informatie en relaties op een dynamische manier ingebed zijn in het grotere doel van het systeem.


Nieuw perspectief
Wanneer we erkennen dat de hersenen een complex, zichzelf aanpassend, levend systeem is en geen computer, wanneer we begrijpen dat leren een doelgericht en intern proces van betekenis geven is en niet een opeenstapeling van informatie, en wanneer we erkennen dat menselijke systemen dynamisch en organisch en niet lineair en voorspelbaar zijn, zijn we gedwongen om deze nieuwe inzichten te gebruiken om nieuwe patronen en nieuwe omgevingen te creëren die de aard van leren zelf ondersteunt en respecteert.
Dat betekent dat we leergemeenschappen moeten creëren die leerlingen in staat stellen om hun eigen leren vorm te geven in de richting van grotere kracht, coherentie en complexiteit; die hun intellectuele, sociale en emotionele betrokkenheid met anderen doet toenemen; en die samenwerkende en dynamische benaderingen van leren koestert en die hun in staat stelt om bedachtzame en integrerende manieren van weten te ontwikkelen. We moeten een leercultuur creëren die uitdagend is en die leren opnieuw richting geeft en persoonlijk maakt. We moeten leergemeenschappen creëren voor leerlingen van alle leeftijden en die ruimte bieden aan risiko, nieuwheid en experimenteren.
Wanneer we werkelijk leergemeenschappen voor de 21ste eeuw gaan creëren, moeten we onze scholen zien als levendige dynamisch, zichzelf aanpassende, zelf-organiserende systemen, die opzettelijk vormgegeven zijn om dynamisch en flexibel te zijn.  

 

Meer weten?
= Dit artikel is een bewerking van ‘Creating Sustainable Learning Communities for the Twenty-First Century’ door Stephanie Pace Marshall uit The Organization of the Future door F. Hesselbein et al. (ed.) 1997, uitgegeven bij The Drucker Foundation; (te lezen op  http://www.swaraj.org/shikshantar/resources_marshall.html)
= Verder is gebruikt gemaakt van het artikel ‘A decidedly different mind’ door Stephanie Pace Marshall in IONS-magazine Shift:at the Frontiers of Consciousness, No. 8, sept.-nov. 2005, p. 10-15; (te lezen op http://shiftinaction.com/node/1669)
= Het nieuwe boekvan Stephanie Pace Marshall is: The Power to Transform: Leadership that brings learning and schooling to life, 2006, Jossey-Bass, San Francisco, CA.