De Hele Olifant - nieuwsbrief - oktober 2019

 

Als ons leven in lijn is met de universele wetmatigheden, functioneert het optimaal, komt het overeen met wie we in essentie zijn, is het in balans en harmonie met het grotere geheel en draagt het bij aan het welzijn van alle mensen en al het leven.
‘Samenlevingen in Balans’ is de term waarmee ik verwijs naar samenlevingen waarvoor geldt dat inzicht in de werking van de universele wetmatigheden een inherent onderdeel is van alle aspecten van de cultuur.


Lieve mensen,
Hier is nog net op de laatste dag van de maand de nieuwsbrief van oktober 2019 met de laatste ontwikkelingen rond mijn werk: mijn twee boeken De Hele Olifant in Beeld en Samenlevingen in Balans, de vorderingen van het werk aan mijn volgende boek(en), mijn streven bij te dragen aan meer bekendheid rond de universele wetmatigheden, wat allemaal begon met mijn intentie om bij te dragen aan de transformatie van leren en onderwijs, zodat het overeenkomt met wie we in essentie zijn. En dit alles op zo’n manier dat het bijdraagt aan het welzijn van alle mensen wereldwijd en al het Leven, niet alleen op de korte termijn, maar vooral ook op de lange termijn en dus ook voor de komende zeven generaties.

 

‘De Hele Olifant in Beeld’ op school
Tot mijn grote vreugde was ik afgelopen week opnieuw – nu al voor de derde keer – uitgenodigd om op een middelbare school in Hasselt in België een bijdrage te leveren  in het kader van het project ‘Wat is Waarheid’ van leerlingen van de een na hoogste klas. Inmiddels bestaat dit project al ruim 10 jaar op deze reguliere school. In de context van een onderwijscultuur waarin leerlingen geleerd wordt om aan te nemen wat externe autoriteiten ons vertellen dat waar is, is dit en radicaal project dat in feite streeft naar een concrete toepassing van inzicht in de Wet van Polariteit: er zijn vele waarheden en ieders waarheid wordt voor een groot deel bepaald door het perspectief van waaruit of de context waarbinnen iemand kijkt. Leerlingen krijgen de opdracht om in een groepje aan de hand van een bepaald onderwerp zelf op zoek te gaan naar wat volgens hen waar is over dat onderwerp.
De Big-Bang theorie
Een van de onderwerpen waar leerlingen mee aan de slag gaan is de Big-Bang theorie. De officiële waarheid, zoals die in de schoolboeken staat, is dat de Big-Bang theorie waar is. Allereerst is dat wonderlijk, omdat het slechts een theorie betreft en niet een wetenschappelijk bewezen feit. Al in 1992 verscheen het boek The Big Bang Never Happened van onafhankelijk onderzoeker Eric J. Lerner, waarin hij er op wijst dat de Big Bang theorie onder andere gebaseerd is op de overtuiging dat wiskundige formules superieur zouden zijn aan feitelijke waarnemingen. Daarnaast zijn er steeds meer feitelijke waarnemingen die in strijd zijn met die Big Bang theorie, terwijl op basis van die nieuwe waarnemingen een theorie gebaseerd op het idee van een Plasma-universum steeds aannemelijker lijkt te zijn. (zie bijvoorbeeld hoe dit uitgelegd wordt in deze recente YouTube video van 2019: PLASMA COSMOLOGY).
Hoe kunnen we weten wat waar is?
Mijn bijdrage was echter niet om nader in te gaan op een van deze onderwerpen, maar om iets te zeggen over ‘Hoe kunnen we weten wat waar is?’ Ik heb uitgelegd dat daar vele opties voor zijn die allemaal voor en nadelen hebben, zoals
(1) op basis van onze eigen waarneming met onze 5 zintuigen en onze eigen ervaring
(2) op basis van geloof, in de zin van aannemen wat externe autoriteiten zeggen dat waar is,
(3) op basis van wat de westerse wetenschap bewijst dat waar is
(4) op basis van leren van de natuur, ‘becoming’, onze innerlijke docent, en het collectief bewustzijn
(5) leren van de wijsheid van inheemse volken op basis van duizenden jaren collectieve praktijkervaring. (hierover schreef ik al uitgebreid in mijn Nieuwsbrief van december 2017)  
Verder was mijn bijdrage om op basis van ‘De Hele Olifant in Beeld’ kort iets over de universele wetten en een holistische wereldbeeld te vertellen, als een voorbeeld van een andere, bredere kijk op de werkelijkheid, en dus als een voorbeeld van een andere waarheid. (zie ook mijn Nieuwsbrief van oktober 2018).
Dit keer waren de ruim 50 leerlingen niet samen in één groep, maar heb ik mijn verhaal twee keer verteld voor twee kleinere groepen, waardoor er voor de leerlingen ook meer tijd was voor het stellen van vragen. Ik hoop dat mijn bijdrage hen gestimuleerd heeft om vragen te blijven stellen en om zelf op onderzoek uit te gaan…


Een recensie in een tijdschrift in de USA
En dan is er - zoals ik al in mijn vorige nieuwsbrief vermeldde – onlangs voor het eerst sinds het verschijnen van The Whole Elephant Reveiled in 2012 een recensie over dat boek verschenen in een  tijdschrift uit de USA. Ik was verrast, omdat het tijdschrift dat om een recensie exemplaar vroeg, Hook Magazine, geen alternatief of spiritueel tijdschrift is, maar een regionaal tijdschrift rond ‘culture, art and community’. Maar inmiddels is hun recensie in het september-oktober nummer verschenen en is zeker positief.
Er zijn zelfhulpboeken en er is ‘De Hele Olifant’…
Mogelijk waren ze op zoek naar een zelfhulp boek om te recenseren, want de recensie begint zo: “Het vinden van een goed zelfhulp boek wekt werkelijk een feel-good gevoel op in de lezers...” En dan een stukje verder schrijven ze: “Er zijn zelfhulp boeken, en er is ‘The Whole Elephant’ dat gaat over zeven universele wetten die de innerlijke werking van het universum beschrijven; de Vries gebruikt deze wetten als referentiepunten om te begrijpen hoe we kunnen proberen om in een grotere harmonie met onszelf en het universum te bestaan…” (zie de hele recensie op mijn website ).
Natuurlijk was ik ook benieuwd of de recensie in dit tijdschrift invloed zou hebben op de verkoop van mijn boek in de USA. In de verkoopcijfers van september (die ik op de website van mijn Engelse uitgever kan vinden) was daar helaas niet zo veel van te zien, maar uit de bestsellers ranglijst van Amazon lijkt de verkoop in oktober toch zeker iets meer dan gemiddeld… Kortom, alle beetjes helpen.


De laatste ontwikkelingen rond mijn derde boek
Een van de punten waar ik nog een oplossing voor zocht bij het schijven van mijn derde boek was een goed begin. Wat ik zocht was een creatieverhaal, een creatie mythe, ter vervanging van de bestaande hedendaagse westerse creatieverhalen –  hetzij het Christelijke Bijbelse verhaal, hetzij het achterhaalde materialistische wetenschappelijke Big-Bang verhaal. Ik was op zoek naar een verhaal waarmee we ons opnieuw met onze oorsprong zouden kunnen verbinden.
Ongebroken en Gebroken Volken
Wisdom keepers benadrukken namelijk, zoals ik in mijn boek Samenlevingen in Balans beschrijf, dat een van de belangrijke aspecten van ‘Samenlevingen in Balans’ is, dat deze culturen duizenden jaren lang in staat zijn gebleken om de verhalen over hun oorsprong te behouden. Volken die de verhalen over hun oorsprong en daarmee de kennis over het doel en de richting van de mens hebben behouden, worden door sommige wisdom keepers beschreven als Ongebroken Volken. Volken die dat niet gelukt is en daardoor niet meer weten wie ze als mens in essentie zijn, wat het doel is van de mens, en wat onze plek is binnen het grotere geheel, (dus wat het geval is in ‘Samenlevingen uit Balans’) noemen zij Gebroken Volken. Dus ik was op zoek naar een verhaal dat we zouden kunnen gebruiken bij het herstellen van die breuk.
Creatieverhalen hangen nauw samen met organisatievormen
Een andere reden waarom ik op zoek was naar een creatieverhaal voor mijn derde boek is dat de aard van een creatieverhaal binnen een cultuur mede de organisatievorm van die cultuur bepaalt. Zoals ik in Samenlevingen in Balans beschrijf, hangen de verschillende aspecten van een cultuur namelijk onlosmakelijk met elkaar samen en beïnvloeden elkaar wederzijds. Enerzijds ontstaat een creatieverhaal op basis van het aanwezige wereldbeeld en de aanwezige culturele overtuigingen, terwijl anderzijds een creatieverhaal grote invloed heeft op de waarden, de organisatievorm en hoe mensen met elkaar en met de omgeving omgaan binnen die cultuur. Daarom is het van groot belang om stil te staan bij het impliciete of expliciete doel van een creatie verhaal.
Creatieverhalen in ‘Samenlevingen uit Balans’
In ‘Samenlevingen uit Balans’ is het doel van een scheppingsverhaal om in de vorm van een patriarchale mythologie de aanwezige (mannelijke) dominantie in de samenleving goed te praten, de hiërarchische culturele organisatievorm te legitimeren en mensen te laten weten dat van ze verwacht wordt dat ze gehoorzaam zijn. Dit zijn meestal dogmatische verhalen, die worden weerspiegeld in een cultuur die dogmatisch en polariserend is en die structureel uit balans is. Binnen zulke samenlevingen wordt er gehecht aan wetgeving en het onderwerpen van de natuur en is het vrijwel onmogelijk om te zijn wie we in essentie zijn. Kortom, wanneer we op zoek zijn naar wat er nodig is om opnieuw ‘Samenlevingen in Balans’ vorm te geven, hebben we niets aan zulke mythes en is het nodig om op zoek te gaan naar iets anders.
Creatieverhalen in ‘Samenlevingen in Balans’
In ‘Samenlevingen in Balans’
daarentegen is het doel van een creatiemythe om het evolutieverhaal van het universum op zo’n manier te vertellen dat de metaforische beelden een idee geven zowel van de organisatie van het universum – zelforganisatie op basis van de universele wetten  - als van de plek van ons als mensheid daarbinnen. Dit zijn geen dogmatische verhalen, maar zijn bekend als leerverhalen, dat wil zeggen verhalen waar iedereen zelf verder over na kan denken en uiteindelijk zijn of haar eigen waarheid uit kan destilleren. Als weerspiegeling van zulke creatieverhalen kan een cultuur zich volgens vergelijkbare basisprincipes op een egalitaire manier organiseren en ontstaan samenlevingen waarin mensen een liefdevolle relatie hebben met al het leven, ze kunnen zijn wie ze werkelijk zijn, zich geïnspireerd voelen om zich spiritueel verder te ontwikkelen en om uiteindelijk in samenwerking met het goddelijke medescheppers te worden.
Een inspirerend en passend verhaal gevonden!
Dus ik zocht zo’n verhaal waardoor oude kennis in ons getriggerd zou kunnen worden, we ons die oude inzichten opnieuw zouden kunnen herinneren en vooral een verhaal, waarmee we ons zouden kunnen identificeren. Het was een hele speurtocht, maar uiteindelijk heb ik zo’n inspirerend en passend verhaal gevonden, een verhaal dat ik kan gebruiken als een kader waarbinnen ik alle informatie die ik heb verzameld voor mijn derde boek kan gaan schrijven. Hieronder deel ik graag wat meer over die speurtocht.


Een vrouw die uit de lucht valt
Aanvankelijk had ik er voor gekozen om het prachtig verhaal ‘De vrouw die uit de lucht viel’ van de Noord-Amerikaanse Irokezen te gebruiken, vooral ook omdat ik een uitgebreide toelichting van dat creatieverhaal gevonden had in het boek Iroquian Women, the Gantowises (2000/2011) van Barbara Alice Mann, een expert wat betreft de geschiedenis en cultuur van de Irokezen.
De reconstructie van de Sophia mythe
Maar toen ik onlangs het boek Not in His Image, Gnostic Vision, Sacred Ecology, and the Future of Belief (2006) van John Lamb Lash voor de tweede keer las, begreep ik veel meer van de Gnostische Sophia mythe die hij in dat boek beschrijft. De Sophia mythe is verrassend genoeg ook een verhaal over een vrouw – de Aeon Sophia – die ‘uit de lucht valt.’ John Lamb Lash is een deskundige op het terrein van mythologie, Gnostici en esoterie en hij heeft een diepgaande studie gemaakt van de Nag Hammadi geschriften die in 1945 in Egypte zijn gevonden. Het betreft Gnostische teksten en fragmenten van teksten die daar waarschijnlijk in de 4e eeuw na Christus verstopt zijn. Een deel van deze teksten betreffen inzichten van Gnostische Mysterie scholen, dat wil zeggen de spirituele universiteiten van voor-Christelijke Gnostici. John Lamb Lash, die deze voor-Christelijke Gnostici om ze niet te verwarren met de Christelijke Gnostici, liever telestai (letterlijk: zij die doelgericht zijn) noemt, heeft op basis van deze (soms farden van ) teksten de Gnostische creatiemythe van Sophia gereconstrueerd. “Als je discipline gebruikt om deze materialen te organiseren, zoals ik heb gedaan, en als je daaruit de plot destilleert, blijkt dat het materiaal van de telestai een begrijpelijke beschrijving van de oorsprong van de mensheid en van het leven op aarde betreft.”
Een creatie verhaal over Sophia
Zijn onderzoek laat zien dat zo’n 2000 jaar geleden deze Mysterie Scholen een creatiemythe kenden, dat een leerverhaal is en waarin in tegenstelling tot de leringen van de patriarchale en monotheïstische religieuze tradities, een vrouwelijk wezen, een vrouwelijke emanatie, een Aeon, die Sophia werd genoemd, centraal staat. Het verhaal beschrijft hoe deze Aeon Sophia de blauwdruk voor de mensheid en al het leven ‘droomt’ en hoe ze vervolgens ‘valt’ en tenslotte zelf verandert in de planeet Aarde (Gaia). Haar naam is Wijsheid en haar aard is ongelooflijk intelligent, organisch, zelforganiserend en prachtig complex. (Zie voor een korte versie van de Sophia mythe geschreven door Annie Horkan en geïnspireerd door het werk van John Lash Lamb hier: The Lost Wisdom Of The Sophia Mythos ).
De Aeon Sophia verandert in de Aarde (Gaia)
In de creatiemythe van Sophia verandert Sophia zelf in de planeet Aarde (Gaia): ze is de bezielde intelligentie van de Aarde voordat ze deze planeet werd. Dat betekent dat in de visie van de telestai Sophia als de ziel van de wereld voor ons aanwezig is als wijsheid en als de levende, alles-informerende intelligentie van de natuur. Op die manier verbindt deze mythe in de vorm van Sophia het vrouwelijke principe, de natuur en de Aarde en het spirituele aspect met elkaar, terwijl ze tegelijkertijd ook onze rechtstreekse verbinding met de Bron waar alles uit voort is gekomen vormt. Dit zijn precies de wezenlijke aspecten die we in ‘Samenlevingen uit Balans’ al duizenden jaren kwijt zijn.
Co-evolutie met de Aarde
John Lamb Lash heeft zich ook ingespannen om zoveel mogelijk informatie te achterhalen over deze telestai en beschrijft hen als mensen die de verbinding met de goddelijke Bron in stand hielden. Voor hen stond de Sophia mythe centraal bij hun manier van leven en ze leefden op een vreedzame manier, hadden een diepe eerbied voor de Aarde en waren gericht op (spiritueel) onderwijs. De telestai waren in staat om af te stemmen op Sophia-Gaia en om op basis van directe communicatie instructies te ontvangen van deze planetaire intelligentie. Op die manier leerden ze de geheimen van het leven en ze gebruikten die kennis om als mens te co-evolueren met de Aarde en om het menselijk potentieel naar het hoogste niveau van verwerkelijking te begeleiden. In andere woorden, in de beschrijving van deze cultuur van de telestai zijn vele aspecten van ‘Samenlevingen in Balans’ te herkennen.


De Magi, Gnostici en Illuminati
Bovendien werpt de beschrijving van John Lamb Lash over de oorsprong van deze telestai en hun Mysterie scholen op een verrassende manier licht op de vraag waar ik in mijn boek Samenlevingen in Balans naar op zoek was, namelijk de vraag hoe ‘Samenlevingen in Balans’ mogelijk uit balans zijn geraakt. Volgens hem gaat de oorsprong van de telestai duizenden jaren terug naar de Orde van de Magi in prehistorisch Iran. De Magi waren mannen en vrouwen die de vaardigheid van het verwerven van gnosis, directe kennis, meester waren. Het waren zieners, wijzen, visionairs en verlichte personen, die toegewijd waren aan het onderricht en de verlichting van de mensheid, en die mensen begeleidden en aanmoedigden om hun potentieel te verrijken en te ontwikkelen.
Gnostici en Illuminati
Terwijl veel historici en archeologen de geschiedenis van de Magi nogal verwarrend vinden – er zijn namelijk zowel positieve als negatieve verhalen over hen - wordt dat alles volgens John Lamb Lash logischer, wanneer we begrijpen dat er op een bepaald moment binnen de Orde van de Magi onenigheid ontstond, dat zowel tot uiting kwam in een wezenlijk ideologisch verschil als in een praktisch verschil. Dit conflict leidde uiteindelijk tot een opsplitsing van de Orde van de Magi in enerzijds de Gnostici ofwel de telestai en anderzijds de Magi, die later bekend werden als de Illuminati.
De Gnostici
Ideologisch gezien hadden de Gnostici, de telestai, een zeer genuanceerde kijk op menselijke vergissingen en menselijke verantwoordelijkheid. Zij zagen dat niet in termen van een absolute tegenstelling tussen goed en kwaad. Hun praktische prioriteiten lagen enerzijds bij het spiritueel begeleiden van individuen via mystieke instructie en het voorleven van het goede voorbeeld en anderzijds bij het doorgeven van hun kennis aan de medemens en het mede vormgeven van de cultuur. Zij kozen er voor om hun werk in de Mysterie scholen te doen in relatieve anonimiteit en ze hielden zich verre van politiek en de ambitie om leiding te geven.
De Illuminati
De andere groep Magi daarentegen zagen het probleem waar de mensheid mee geconfronteerd werd wel als de absolute tegenstelling tussen goed en kwaad en hun prioriteiten lagen juist wel bij de politiek. Zij vormden vervolgens het priesterschap van de Magi en waren als priesters in feite de verborgen leiders, die betrokken waren bij het vormgeven van de eerste theocratie, het prototype van patriarchaal bestuur. De uiteindelijke ambities van deze Illuminati waren om met behulp van manipulatie en social engineering en via het adviseren in staatszaken en sociale ethiek de gehele sociale organisatie onder hun controle te krijgen met het uiteindelijke doel om de hele wereld te domineren. Met behulp van het inmiddels bekende model van kolonisatie werd dit patriarchale dominatormodel  - dus dat wat ik beschrijf als ‘Samenlevingen uit Balans’ - aan steeds meer omringende samenlevingen opgelegd.
Het verschil gaat de hele mensheid aan
Als dit inderdaad zo is, kunnen we hier het essentiële verschil tussen ‘Samenlevingen in Balans’ en ‘Samenlevingen uit Balans’ in herkennen en volgens John Lamb Lash is dit verschil tussen beide groepen uiteindelijk een probleem is dat de hele mensheid aangaat. “Het bepaalt ons perspectief van het menselijk potentieel en wat we beschouwen als morele en ethische criteria voor de samenleving,” schrijft hij. (zie voor meer over deze hele geschiedenis zijn artikel Gnostics or Illuminati?)


De Sophia mythe en de Archonten
Terug naar de Gnostische Sophia mythe. De Sophia mythe verhaalt ook over het ontstaan van mysterieuze wezens, die de Archonten worden genoemd en die trachten om de mensheid te verleiden om van het juiste pad af te dwalen. Wat zijn die Archonten? Wat kunnen we ons daar bij voorstellen?  Mijn zoektocht naar meer helderheid daarover leidde me tenslotte naar nog andere antwoorden op vragen die ik al een tijd had, namelijk naar de wétikos en de wétiko-ziekte. Daarover straks meer. Nu eerst meer over de Archonten. Omdat het creatieverhaal  als mythe vele lagen heeft kan de vraag, wat de Archonten zijn, op  vele verschillende niveaus beantwoord worden. In het kader van deze tekst is het vooral interessant om die vraag te beantwoorden op het psycho-spirituele niveau en op het sociologische niveau.
Archonten op het psycho-spirituele niveau
Op het psycho-spirituele niveau kunnen we zeggen dat de Archonten uit de Sophia mythe krachten in de spirituele wereld zijn, die als interdimensionale entiteiten invloed kunnen uitoefenen in de zichtbare wereld en met name op ons, mensen. Ze worden ook beschreven als psycho-spirituele parasieten die via telepathie en simulatie heimelijk toegang trachten te vinden tot het menselijk bewustzijn. Via ons onderbewuste proberen ze onze geest binnen te dringen en op die manier kunnen ze ons besmetten met een ideologisch virus. Kortom, het zijn mentale parasieten die ons trachten te af te leiden van juiste en gezonde manieren van leven. Ze maken daarbij vooral gebruik van misleiding, ze infecteren onze verbeeldingskracht en via illusie proberen ze verwarring te creëren en dat alles met het doel om het natuurlijke proces van onze evolutie te blokkeren en om ons zoveel mogelijk in een laag bewustzijn te houden. Ieder mens kan zich vergissen en fouten begaan en als we dat vervolgens corrigeren, kunnen we er voor zorgen dat de gevolgen binnen de perken blijven. Echter, de Archonten, die als het ware mee proberen te liften op de grootste menselijke zwakheden, spannen zich in om die vergissingen uit te vergroten het liefst voorbij de mogelijkheid van correctie, waardoor allerlei extreme situaties kunnen ontstaan.
Archonten op het sociale niveau
Op het sociologische niveau, en dus in de context van de menselijke samenleving, zijn in de visie van de Gnostici  de Archonten een kracht die handelt via autoritaire systemen, waaronder religies. Binnen die autoritaire systemen worden we gedurende inmiddels duizenden jaren via in onze cultuur ingebedde conditionering en programmering opgezet om uiteindelijk tegen ons natuurlijk potentieel in te gaan, en om de natuurlijke manieren van samenleving geweld aan te doen.
De Archonten om ons te testen
Dat alles roept natuurlijk de vraag op, wat we hier mee moeten. Waarom kennen de Gnostici een creatieverhaal waarin zulke Archonten figureren? Natuurlijk kunnen we met onze ratio dit alles vreemd vinden, maar de Sophia mythe nodigt ons uit om de symbolische beelden niet direct overboord te gooien, maar om die in plaats daarvan – als waren het figuranten in een droom – te proberen te duiden. Vanuit het ruime perspectief van de menselijke spirituele evolutie kunnen we de Archonten herkennen als een dynamisch aspect van de menselijke evolutie, dat ons menselijke potentieel test. In die zin komt volgens John Lamb Lash de visie van de Gnostici over de rol van de Archonten grotendeels overeen met wat Carlos Castaneda in zijn boek The Active Side of Infinity beschrijft als “flyers”: dat wil zeggen als een middel waarmee het universum ons test. Dit idee van de Archonten als test voor de mensheid is volgens John Lamb Lash terug te vinden in de Nag Hammadi teksten en volgens hem is het van groot belang dat we ons verdiepen in de betekenis van de Archonten in het Sophia verhaal, zodat we daar ons voordeel mee kunnen doen.
Het verhaal als waarschuwing
Daarbij is het ook van belang, dat we ons realiseren dat de telestai die dankzij hun expertise deze energetische, psycho-spirituele krachten op het spoor kwamen, zich grote zorgen maakten over hun effect op de mensheid zoals ze dat zich voor hun ogen zagen afspelen. John Lamb Lash suggereert dan ook dat de telestai de mythe van Sophia verspreidden als een krachtige visie om de mensheid te assisteren op hun evolutionaire pad in een harmonieuze relatie met onze bewuste, levende planeet én als een waarschuwing tegen het reële risico om ons te laten verleiden door de Archonten, wanneer we ons niet bewust zijn van hun invloed. Als we vallen voor de Archonten die ons misleiden door ons een geïmiteerde werkelijkheid voorhouden, en als we gaan geloven dat dit in feite de enige werkelijkheid is, dan geven we hen macht om over ons heersen. Dat alles roept natuurlijk ook de vraag op of de opsplitsing van de Orde van de Magi langgeleden in enerzijds de Gnostici ofwel de telestai en anderzijds de Magi, die later bekend werden als de Illuminati, mogelijk te maken had met het feit dat de ene groep zich niet en de andere groep zich wel had laten verleiden door deze Archonten…


Het verhaal werd beschouwd als ketters en verboden

Hoe dan ook, helaas heeft onze geschiedenis duidelijk gemaakt, dat we het Sophia verhaal en daarmee de waarschuwing hiervoor uiteindelijk zijn kwijt geraakt en dat het ons niet is gelukt om het juiste pad te blijven volgen. Bij het kwijtraken van de Sophia mythe heeft het feit, dat de Gnostische visie op een gegeven moment werd gezien als een regelrechte bedreiging voor het nieuw te vormen Christendom een belangrijke rol gespeeld. Veel overtuigingen van de telestai werden door het nog jonge Christendom namelijk beschouwd als ketters en dat gold ook voor de mythe van Sophia. Het verhaal is daarom opzettelijk uit de Westerse gedachten gewist: telestai werden vermoord, geschriften verbrand, het bezit daarvan illegaal verklaard en de Gnostische leer werd uit de geschiedenis geëlimineerd. Volgens John Lamb Lash is het verhaal van Sophia historisch gezien de meest onderdrukte kennis van de gehele menselijke geschiedenis. “Het verlies van dat verhaal verklaart grotendeels de morele en spirituele degeneratie van de Westerse samenleving, die nu de gehele wereld bezoedelt,” schrijft hij.
Ons voordeel doen met de nieuwe ontdekking
Het is dan ook een zeer gelukkig feit dat dankzij de ontdekking in Egypte in 1945 de inzichten van de Mysterie scholen opnieuw tevoorschijn zijn gekomen, want met name de Sophia mythe kan ons helpen om antwoorden op huidige vragen te vinden, zoals Wat is er aan de hand met de menselijke geest dat ons in een situatie in de hedendaagse wereld heeft gebracht waarin vele zaken helemaal verkeerd lijken te gaan? En Hoe is de mensheid op zo’n pad van zelfdestructie geraakt? In de YouTube video  The Goddess Sophia and the Archons legt Laura Eisenhouwer in 10 minuten op een indrukwekkende manier uit waarom de Sophia mythe op dit moment zo actueel is. Zo zegt ze onder andere: “Het is belangrijk om te begrijpen wie Sophia is, omdat ze een deel is van onze goddelijke erfenis, als onze vrouwelijke energie,  een deel van de goddelijke blue print die we allemaal in onze cellen hebben. En natuurlijk hebben we de afgelopen paar duizend jaar te maken gehad met patriarchale krachten die zich erg hebben ingespannen om ons te scheiden van het inzicht in wie ze eigenlijk is. (…) Wanneer we over deze mythe van Sophia horen is het belangrijk om te begrijpen dat het over onze zielenreis gaat,” zegt ze. “Het begrijpen van Sophia’s verhaal is het begrijpen van het verlangen van de ziel om terug te keren naar de Bron…” 
Opnieuw de mannelijke en vrouwelijke energie verenigen
“De Archontische krachten willen ons van ons pad doen afdwalen en dat is het resultaat van de scheiding tussen de mannelijke en vrouwelijk energie, met als resultaat het negatieve ego. Deze negatieve ego krachten hebben geprobeerd om de leiding te nemen.”  En dan legt Laura Eisenhouwer uit hoe belangrijk het herstel van de dynamische balans tussen het mannelijke en vrouwelijke aspect in ons is: zolang als de mannelijk en vrouwelijke energie in ons gescheiden is, spelen we de agenda van de Archonten in de kaart, zonder dat we het ons realiseren, want dan is het makkelijk voor hen om controle te hebben over ons als mensheid. De vereniging van de mannelijk en vrouwelijke energie in ons is echter zo ongelooglijk krachtig, dat als ons dat lukt ze nauwelijks nog invloed op ons kunnen hebben. “… hoe meer we ons hiervan bewust zijn, des te meer kunnen we nee zeggen en herkennen waar de werkelijke verandering omgaat, want die gaat over ons, wij zijn de verandering, wij zijn het werkelijke verhaal,” zegt ze. Door de Archonten te herkennen en af te weren kunnen we onze kracht opnieuw in bezit nemen en ons weer op ons evolutionaire doel richten. Wanneer we de energie richten op wie we werkelijk zijn, en ons Hoger Zelf de leiding laten hebben over ons lager zelf, dan kunnen er wonderen gebeuren en kunnen we begrijpen dat we veel meer zijn dan dat we mogelijk van onszelf gedacht hadden.
Raakvlakken met ‘De vrouw die uit de lucht viel’
Toen ik voor mezelf de Sophia mythe enigszins in beeld had, was ik benieuwd naar de raakvlakken en overeenkomsten met het Irokese creatieverhaal over ‘De vrouw die uit de lucht viel’. Het lijkt er op dat beide verhalen een zelfde oorsprong hebben en dat een paar gedeelten van de Sophia mythe die in de Nag Hammadi teksten missen, juist uitvoerig aan bod komen in het verhaal over ‘De vrouw die uit de lucht viel’. Het grote verschil tussen beide verhalen is echter dat de Archonten of iets wat daar op lijkt niet voorkomt in het oorspronkelijke Irokese verhaal. Waarom komen ze wel in het ene verhaal voor en niet in het andere? Als creatiemythen een weerspiegeling zijn van de culturen waaruit ze voortkomen – net zoals de meeste van onze dromen een weerspiegeling zijn van ons persoonlijke leven - is dat logisch. Het betekent dat het verhaal over ‘De vrouw die uit de lucht viel’ de creatiemythe van “Samenlevingen in Balans’ is en dat het verhaal van Sophia de creatiemythe is van de telestai die om zich heen zagen dat steeds meer ‘Samenlevingen in Balans’ onder de voet gelopen werden door ‘Samenlevingen uit Balans’.


De Wétiko-ziekte
Maar dat wil niet zeggen dat men zich in ‘Samenlevingen in Balans’ niet bewust is van het bestaan van zo’n psycho-spiritueel virus. In het boek Columbus and other Cannibals (1979/2008) van Jack D. Forbes wordt duidelijk dat de Noord-Amerikaanse inheemse volken onder andere het begrip wétiko (wétiko in Cree, windigo in Ojibway, wintiko in Powhatan) - een inheems woord voor psychose - gebruiken voor de Archontische invloed. Jack D. Forbes, een professor emeritus in Inheemse Amerikaanse Studies en iemand met een Powhatan-Renápe, Delaware-Lenápe en niet-inheemse achtergrond, legt uit dat de term wétiko verwijst naar een psychische ziekte, waar veel mensen in ‘Samenlevingen uit Balans’ aan lijden, maar waar we in feite geen term voor hebben en het nauwelijks als zodanig herkennen, maar die zeer besmettelijk is en bovendien zeer destructief.
Wat zijn wétikos?
Hij beschrijft op een indrukwekkende manier vanuit het perspectief van de inheemse mensen in Noord en Midden-Amerika deze wétiko-ziekte, die zij herkenden in de Europeanen die de afgelopen 500 jaar naar Amerika kwamen. “Ik zal beargumenteren, “ schrijft hij in het begin van het boek, “dat normale, geestelijk gezonde mensen het principe van liefde voor hun mede levende wezens behouden, terwijl zij die exploiteren geen normale, dat wil zeggen, geestelijk zieke personen zijn. (…) de Schepper heeft ons allemaal goede paden gegeven om te volgen, gebaseerd op goed taalgebruik, liefde en heilige liederen. De geestelijk gezonde persoon is degene die nog steeds op zo’n pad is. De ‘norm’ voor de mensheid is liefde. Meedogenloosheid is een afwijking. We zijn niet van nature zondaars. We leren om slecht te zijn. Het wordt ons geleerd om van onze goede paden af te dwalen. We worden gek gemaakt door andere mensen die ook gek zijn en die voor ons een beeld van de wereld schetsen dat lelijk, negatief, vol angst en idioot is.”
Wétiko, het centrale probleem in het hedendaagse menselijke leven
Jack D. Forbes beschrijft de wétiko ziekte als een plaag die erger is dan lepra en malaria en als de grootste epidemische ziekte die de mensheid ooit heeft gekend. Het is de ziekte van agressie tegen andere levende dingen. Het is meer dan slechts verkeerde keuzes maken, het is een ziekte van de ziel die besmettelijk is. Dit is de ziekte van “imperialisme, kolonialisme, marteling, slavernij, verovering, brutaliteit, liegen, bedriegen, geheime politie, hebzucht, verkrachting, terrorisme – dit zijn slechts woorden totdat we er door geraakt worden.” Het is een ziekte die geen grenzen kent en die de neiging heeft om steeds extremer te worden als er eenmaal een infectie heeft plaatsgevonden.
“In grote mate komt de ontwikkeling van de wétiko ziekte overeen met de opkomst van wat Europeanen hebben verkozen om beschaving te noemen. Dit is niet slechts toeval,” schrijft hij, “want veel of de meeste Europese schrijvers zijn zelf geïnfecteerd met de wétiko ziekte. Daarom beschouwen ze een wétiko-gedomineerde samenleving als zijnde ‘beschaafd’ en een niet-wétiko samenleving als zijnde ‘barbaars’, ‘primitief’ of ‘ouderwets’.”
Gezond zijn betekent respect hebben voor het leven
Als we eenmaal weten hoe de psychische ziekte er uit ziet, kunnen we volgens Jack D. Forbes beter vaststellen wat werkelijke geestelijke gezondheid is. Volgens hem betekent (geestelijk) gezond zijn respect tonen voor andere vormen van leven en andere individuen en dat is de manier waarop mensen ooit hebben geleefd. “Traditionele Indianen zijn authentiek. Zij zijn Echt.(…) Ik geloof dat een echte beschaving een samenleving is waar mensen ‘beschaafd’ zijn, dat wil zeggen, waar ze zich zo goed gedragen naar elkaar, dat ze geen politie of andere gewapende systemen van beheersing nodig hebben. Volgens deze definitie waren de meeste Noord-Amerikaanse samenlevingen en vele andere zogenaamde tribale samenlevingen beschavingen.”
Symptomen van de wétiko ziekte
Als symptomen van de wétiko ziekte noemt  Jack D. Forbes onder andere gierigheid, wreedheid, agressie, het gebruik van geweld, misleiden, bedriegen, vals spelen, parasiteren, woekeren, hypocrisie, manipuleren, luiheid, diefstal, drinken, draaien met woorden (ze kunnen dat wat juist is doen lijken als verkeerd, en dat wat verkeerd is als juist), misbruik maken van anderen (op de een of andere manier gelooft de wétiko – iemand die aan de ziekte lijdt - dat hij het recht heeft om een ander mens (of zijn bezit) te gebruiken op een manier die duidelijk eenzijdig is en in het nadeel van het slachtoffer) en liegen (dat zou wel eens de kern van de hele epidemie kunnen zijn).
Psychologische kenmerken die iemand vatbaar maken voor besmetting met het wétiko-virus zijn hebzucht, wellust, arrogantie, buitengewone ambitie, materialisme en ‘het niet hebben van een gezicht.’ “Wanneer mensen leren om te liegen hebben ze niet langer een gezicht. Dat wil zegen, ze hebben niet een enkelvoudige persoonlijkheid en karakter. Ze worden een kameleon, die van kleur verandert als gelegenheden of omstandigheden dat vereisen. Zo’n persoon kan geen enkele morele kracht hebben, omdat dat laatste een eenduidig gezicht vraagt,” schrijft hij. Kortom, wétikos zijn niet authentiek en niet trouw aan zichzelf. De wétiko ziekte kan zich in verschillende mate uiten en in een vergevorderd stadium kan het wetiko-virus zich compleet meester maken van een persoon. “De wétiko psychose is een ziekte van de geest die mensen naar een lelijk pad zonder hart leidt.”
Waar wétikos niet tegen kunnen
Wat wétikos woedend maakt, schrijft Jack D. Forbes, is de natuurlijke houding van vrije inheemse mensen, hun ontembare vrijheid en hun spontane elementaire, weigering van alles dat hen door anderen wordt opgelegd. Bovendien kunnen wétikos niet tegen mysterie en wétikos houden niet van de Aarde. “De aarde is dood, zeggen ze, slechts een soort grote rots, en los daarvan, ook al was het levend, het heeft geen ziel, of geest, of spirit. Dus waarom er van houden?”


De oorsprong van de wétiko-gedomineerde samenlevingen

Ook volgens Jack D. Forbes ligt de oorsprong van de wétiko-samenlevingen (en dus van ‘Samenlevingen uit Balans’) op verschillende plaatsen, maar vooral zo’n 3000 tot 5000 jaar geleden in het Midden-Oosten, als daar de eerste gedocumenteerde systemen van onderdrukking en uitbuiting verschijnen. Daarnaast verscheen het wat later ook in Mexico en Peru. “Waarschijnlijk ontwikkelde de ziekte zich beetje bij beetje gedurende een lange periode. We weten op basis van moderne studie van het proces van infectie, dat een persoon gewoonlijk geleidelijk corrupt wordt, stap voor stap. Tegen de tijd dat de eerste keizerrijken opkwamen, echter, was er inmiddels een wétiko systeem ontstaan.” Volgens hem is de ontwikkeling van strak patriarchaat een gevolg van de wétiko ziekte en niet andersom.
De verspreiding van het wétiko-virus
Jack D. Forbes legt vervolgens uit dat de Babyloniërs, Egyptenaren, Assyriërs en de Perzen de wétiko ziekte in het Midden-Oosten verder verspreidden. Vervolgens werden de Grieken en de Macedoniërs besmet  en de Romeinen. Het Romeinse rijk besmette vervolgens de verschillende volken in Europa. “De Romeinen leerden hen hoe te plunderen, koloniale systemen op te zetten, slaven en boeren uit te buiten, hoe een gecombineerd controle systeem van kerk en staat op te zetten, belasting op te leggen, een klasse van zogenaamde kooplui op te zetten en hoe een corrupte en immorele klasse van leiders op te zetten.”  Kortom, de Romeinen waren goede leraren van de wétiko manier. En de zo besmette Engelsen, Fransen, Spanjaarden, Portugezen en Nederlanders waren goed geschoold in kolonialisme tegen de tijd dat ze Amerika bereikten. “ ‘Might makes Right’ is de wétiko overtuiging, maar die gaat vaak vergezeld met doctrines in eigenbelang zoals ‘goddelijke wil’, ‘voorzienigheid’, ‘de mars van beschaving’, ‘Gods werk doen’, ‘communisme stoppen’ of vergelijkbare slogans.” Wat we de afgelopen 2000 jaar hebben gezien, zo concludeert Jack D. Forbes, is de geschiedenis van de epidemie van de wétiko ziekte en daardoor niet de opkomst van beschaving, maar de opkomst van meedogenloosheid en barbarij. “We zien het zich niet alleen verspreiden naar de Amerikas, maar ook naar bijna iedere uithoek van Afrika, Azië en de Pacific. De Europeanen zijn natuurlijke de belangrijkste overbrengers, maar het Chinese keizerrijk en het Japanse keizerrijk zijn  (… onder andere) ook de overbrengers geweest in Azië, hoewel zij dragers waren van een enigszins verschillende variëteit van de ziekte.”
Big wétikos
Jack D. Forbes beschrijft uitgebreid alle manieren, trucs en strategieën die gebruikt worden bij het verloop van het besmettingsproces, en hoe goede, onschuldige mensen vooral binnen een hiërarchisch systeem daar geleidelijk in verstrikt kunnen raken en vervolgens kunnen uitgroeien tot wat hij noemt Big wétikos: zij die de touwtjes in handen hebben, maar zelf hun handen schijnbaar niet vuil maken. “Het moeilijke en tragische aspect van zulke systemen van onmenselijke exploitatie is dat ze meestal worden geleid door onschuldig lijkende, beleefde wétikos wiens kantoren in New York City of Amsterdam nooit besmet raken met het zweet, bloed en stervende vlees van vermoorde Indianen, zwarten, “koelies” of fabrieksarbeiders.” Big wétikos worden gemaakt van kleine wétikos of ze worden opgevoed als wétikos. “… big wétikos worden vaak getraind vanaf het begin door big wétiko ouders of door een subcultuur om volledig wétiko te zijn.” De meest schuldige wétikos zijn volgens Jack D. Forbes “zij die zulke systemen bedenken, rechtvaardigen en er het meest van profiteren.”
Het veranderen van een wétiko-samenleving 
Wanneer we eenmaal begrijpen hoe het wétiko virus werkt, wordt het ook duidelijk dat we een wétiko samenleving niet kunnen veranderen door op te klimmen in de hiërarchie, omdat zij die de ambitie hebben om te willen stijgen op de sociale ladder vaak zelf al wétiko zijn of het tijdens die poging worden, of ze zijn zo geconditioneerd door de cultuur, dat als ze – zoals Paulo Freire uitlegt in zijn bekende boek Pedagogie van de Onderdrukten - eenmaal macht hebben die zullen gebruiken om zelf anderen te onderdrukken. Dat ook vele andere pogingen om samenlevingen te veranderen zijn mislukt, komt volgens Jack D. Forbes “omdat ze nooit de diagnose hebben gesteld van een wétiko als een geestelijk ziek persoon, wiens ziekte extreem besmettelijk is. En bovendien hebben ze in het algemeen niet begrepen dat er veel niet-wétikos zijn (…) die ‘geheime dragers’ van de ziekte zijn. Zulke mensen worden alleen actieve wétikos als de omstandigheden gunstig zijn (zoals wanneer de macht wordt overgenomen tijdens een revolutie).”
Wat werkt wel
Jack D. Forbes benadrukt het belang van het hebben van een spirituele basis als weerstand tegen de wétiko ziekte en dat een wétiko samenleving juist tracht te voorkomen dat mensen hun eigen spirituele vervulling nastreven.  Hij schrijft dat (sommige) inheemse mensen hebben ingezien dat mensen eerst moeten genezen van hun spirituele ziekte en opnieuw moeten leren hoe ze als verantwoordelijke, authentieke mensen kunnen leven, voordat er een rechtvaardige samenleving kan worden opgebouwd. Hij raad ons aan een individueel pad te volgen waarbij we weg blijven van dogmatisme en hebzucht en vertrouwen op onszelf en waarbij we onze eigen keuzes maken. Of we op het juiste pad zitten, kunnen we volgens hem weten door onszelf af te vragen of het pad dat we volgen een pad met een hart is.


Het verdrijven van wétiko
Geïnspireerd door het boek van Jack D. Forbes heeft ook auteur Paul Levy recent een boek geschreven over de wétiko ziekte, de besmettelijke ziekte van de ziel, die hij beschrijft als de grootste epidemische ziekte die de mensheid ooit heeft gekend. Paul Levy heeft zijn boek Dispelling Wetiko, Breaking the Curse of Evil (2013) onder andere geschreven op basis van zijn eigen ervaringen met het helen van zijn jeugdtrauma en op basis van zijn zeer diepgaande kennis van het werk van de Zwitserse psychiater Carl G. Jung. Door dat laatste geeft hij een meer psychologische benadering van deze zeer besmettelijke maar vrij onbekende psycho-spirituele ziekt van de ziel. “Deze virus van de geest opereert heimelijk via de onbewuste blinde vlekken in de menselijke psyche, waardoor mensen onwetend zijn van hun eigen ziekte die hen dwingt om te handelen in strijd met hun eigen belang,” schrijft hij.
Op zoek naar een passende naam voor de ziekte
Paul Levy legt uit dat het belangrijk is dat we een naam hebben voor deze ziekte van de ziel, omdat die anders onherkenbaar en onzichtbaar blijft. En omdat er volgens hem “geen mogelijkheid is voor ontwaken uit de collectieve nachtmerrie zonder ons eerst bewust te worden van dat wat het is dat ons in slaap houdt.” Aanvankelijk had hij zelf de naam ‘malignant egophrenia’ (kwaadaardige egofrenie) bedacht, waarbij kwaadaardig verwijst naar iets slechts dat groeit en zich verspreidt, ego geassocieerd is met de misidentificatie van wie we werkelijk zijn en dat verwijst naar een gevoel van zelfbelangrijkheid, en -frenie ‘van de geest’ betekent net als in schizofrenie. Bij het zoeken naar een passende naam overwoog hij ook de naam ‘De slechte keizerziekte’, daarmee verwijzend naar dat wat gebeurt wanneer een persoon in een positie van macht ten prooi valt aan, verleidt wordt door, verslaafd wordt aan en in de greep raakt van macht. (Die naam komt in de buurt van term die ik vond bij de Chinese wisdom keeper Hua-Ching Ni  en in mijn boek Samenlevingen in Balans beschrijf: de ‘hengstenziekte’, die gevormd wordt door twee elkaar versterkende aspecten: enerzijds concurrentie om zo te laten zien ‘de sterkste hengst’ te zijn en anderzijds het verschijnsel van heldenverering.)
De keuze voor de naam wétiko
Vervolgens realiseert Paul Levy zich dat Jack D. Forbes met de term wétiko naar dezelfde ziekte van de ziel verwijst “die aan de basis ligt van de onmenselijkheid van de mensheid naar zichzelf.” De naam wétiko klinkt voor hem als een mantra, als iets dat spreekt en resoneert met een non-verbaal deel van ons wezen. “Mantras bevatten een magische kracht wat betreft de essentie van dat wat ze vertegenwoordigen in de vorm van geluid,” schrijft hij. Volgens hem voelt de naam wétiko als een mantrisch krachtwoord, alsof het tegelijkertijd dat wat het benoemt oproept én verdrijft in de zin van dat het bevrijdend werkt. Kortom, hij kiest ervoor om de mantrische naam voor de ziekte – wétiko - te gebruiken en dus om dit inheemse woord te introduceren in het populaire taalgebruik om zo allereerst de inheemse traditie die dit woord hebben gecreëerd te eren, om bovendien zo via dit woord toegang te hebben tot de kracht die aanwezig is in de mantrische energie van die term en tenslotte om dat het juist ‘klinkt’. Ik ben het helemaal met hem eens en merkte dat ik ook direct de term wétiko gebruikte toen ik over dit alles iets aan iemand probeerde uit te leggen.
De naam van Carl Jung voor deze ziekte
Voor iedereen die mogelijk nog steeds het idee heeft dat het hier om iets gaat uit ons verre verleden of uit verre culturen, kan ik melden dat Paul Levy ergens midden in zijn boek vertelt dat Carl G. Jung ook een term voor de wétiko ziekte had bedacht. De term van Carl G. Jung is ‘autonome complexen’ en verwijst naar “delen van de psyche, die zich hebben afsplitst vanwege shock, trauma, of het schenden van grenzen en die een schijnbaar autonoom leven en een blijkbaar onafhankelijke eigen wil hebben ontwikkeld.” Die beschrijving vindt ik erg interessant in de context van de Sophia mythe, want in dat verhaal is er een scene waarin Sophia tot haar grote schrik uit de Pleroma valt en juist  door die val en dus mogelijk door die shock ontstaan de Archonten, de mysterieuze wezens, die trachten om de mensheid te verleiden om van het juiste pad af te dwalen.
Subpersonen in ons onderbewuste
Paul Levy vervolgt zijn beschrijving van de autonome complexen zo “De demonische energie van een afgesplitst, autonoom complex manifesteert zich alsof het een intentie heeft, alsof het naar ons op zoek is, alsof het zich op een kwaadaardige manier op ons richt. Een afgesplitst, autonoom complex leidt een eigen leven in de ondergrondse niveaus van de psyche en is geneigd om ogenblikkelijk zichzelf te projecteren zodra (…) het aangetrokken wordt door iets in de buitenwereld dat lijkt op zichzelf. Het complex kan normaal gesproken met wilskracht worden onderdrukt, maar niet met argumenten weggepraat worden, en bij de eerste geschikte gelegenheid verschijnt het opnieuw met de oorspronkelijke kracht.” In andere woorden, deze autonome complexen – en dus dat wat in de Sophia mythe beschreven worden als Archonten - zijn subpersoonlijkheden die zich hebben teruggetrokken in ons onderbewustzijn (dat wat ik in Samenlevingen in Balans beschrijf als ‘de slotgracht’) en waarmee we het contact zijn kwijt geraakt en daardoor vaak ook de controle daarover.
De neiging om het te willen afdoen als niet echt 
Dus hoe archaïsch (door de term Archonten) dit verschijnsel of hoe exotisch (met de naam wétiko) deze ziekte van de ziel ook moge klinken, in de terminologie van Carl G. Jung komt het opeens erg dicht bij. “Om vanuit de hoogte te denken dat wij, als moderne verlichte mensen te verfijnd zijn om te geloven in zoiets primitiefs als demonen, is het ons niet realiseren van hun psychologische werkelijkheid,” schrijft Paul Levy. “Deze onbewuste complexen veranderen de ervaring van onszelf. (…) De demonen zijn niet verdwenen, maar hebben slechts hun naam veranderd en een andere vorm aan genomen – het zijn onbewuste psychische krachten geworden. Hoewel we het idee van demonen hebben verworpen op het altaar van onze rationaliteit, kunnen we Jung citeren: “De mens zelf heeft zonder dat te weten hun rol overgenomen en doet het duivelse werk van vernietiging met veel effectievere middelen dat de spirits delen.”” In andere woorden, we realiseren ons nauwelijks de mate waarin wij, moderne mensen, handelen op basis van onbekende subpersonen die zich schuilhouden in ons onderbewuste.


Trauma

Tijdens het schrijven van mijn boek Samenlevingen in Balans kwam ik tot de conclusie dat samenlevingen uit balans raakten als gevolg van trauma’s die mensen opliepen en niet heelden, terwijl trauma’s besmettelijk zijn, waardoor uiteindelijk hele samenlevingen getraumatiseerd raakten. Nadat ik me in de wétiko ziekte heb verdiept denk ik dat dat dicht bij de waarheid is, maar dat de wétiko ziekte in feite het hele verhaal is, aangezien trauma een van de primaire categorieën is van de vele vormen waarin de wétiko zich manifesteert. Paul Levy schrijft dat enerzijds “trauma ons vermogen tot zelfkennis en het verwerven van moreel inzicht in onze acties belemmert,” en dat we door trauma “onze verbinding met de eeuwig stromende nieuwheid en majesteit van onze eigen levenskracht en creatieve voorstellingsvermogen verliezen.” In andere woorden, we dreigen daardoor het contact met ons vrouwelijke, naar binnen gerichte, invoelende en beeldende aspect kwijt te raken. Anderzijds, zo schrijft hij, “wordt  ons vermogen voor het ontwikkelen van technologische krachten, die kunnen worden gebruikt om te doden en voor massavernietiging op een eerder ongekende schaal, door trauma niet aangetast maar eerder vergroot.” Kortom, trauma kan het mannelijke, rationele, naar buitengerichte aspect versterken.
De innerlijke wétiko en Big wétiko
Het interessante van het boek van Paul Levy is dat hij iedere keer als hij een typische wétiko situatie in de buitenwereld heeft beschreven, hij weer terugkeert naar onze innerlijke wereld om daar te vinden wat daar wétiko is, dat zich vervolgens blijkbaar weerspiegelt in wétiko symptomen in de buiten wereld. Dus als we bijvoorbeeld in de buitenwereld te maken hebben Big wétikos, psychopaten, die steeds meer macht naar zich toe trekken, kunnen we in onszelf gaan kijken hoe het daar staat met ons ‘innerlijk democratische proces’: nemen we al onze eigen subpersonen serieus en kunnen we ze op een gelijkwaardige manier aan bod laten komen bij onze innerlijke dialoog, of heeft ons ego de neiging om op te treden als innerlijke dictator en zo de baas te spelen over de andere subpersonen, of erger zijn er innerlijke machthebbers ‘achter de schermen’ (in ons onderbewuste) die heimelijke aan onze touwtjes trekken en die we ons leven laten bepalen, zonder dat we ons daar eigenlijk van bewust zijn? 
Het licht laten schijnen op de wétikos ‘achter de schermen’

Zo legt hij bijvoorbeeld de parallel tussen waar de Big wétikos buiten ons het meest bang voor zijn en waar de wétikos in onszelf het meest bang voor zijn: beide willen niet gezien worden omdat ze kunnen doen wat ze doen juist omdat ze niet gezien worden. Dus door het licht op hen te schijnen – zowel op de wétikos ‘achter de schermen’ buiten ons als op de wétikos ‘achter de schermen’ in onszelf verliezen ze hun macht. In mijn eigen helingsproces heb ik zo een aantal ‘ongure’ types die vanuit mijn onderbewuste trachten de baas te spelen kunnen ontmaskeren en onschadelijk kunnen maken, dus dat kan ik iedereen aanraden, mocht dat van toepassing zijn.
Een veelheid aan benaderingswijzen
Kortom, dit alles betekent allereerst dat het begrijpen van trauma ons helpt om ons inzicht in de aard van wétiko te verdiepen en om in staat te zijn de mogelijke letale impact van de ziekte op de wereld te verkleinen.  Maar Paul Levy voegt daar aan toe dat het belangrijk is om ons te realiseren dat wétiko een multidimensionale trickster is, en dus vraagt om van zo veel mogelijk kanten te benaderen, omdat geen enkele eenzijdige studie voldoende zal zijn om het verschijnsel te begrijpen. Een van de benaderingswijzen die Paul Levy hierbij voorstelt om ons perspectief te verruimen is, dat we de wereld om ons heen kunnen beschouwen als was het één grote droom en om vervolgens die droom te interpreteren, zoals we een droom van ons zelf zouden interpreteren, waarbij de verschillende figuranten mogelijk verschillende aspecten van onszelf symboliseren.
De kuur
Samenvattend vraagt de genezing van de wétiko ziekte allereerst om ons er geen slachtoffer door te voelen, want dat in nu net precies waardoor de ziekte kan blijven bestaan. Verder vraagt het natuurlijk om onze trauma’s te helen, om onze eigen schaduwen onder ogen te zien, om opnieuw contact te maken met het vrouwelijke aspect in onszelf, waaronder ons invoelingsvermogen en onze creatieve voorstellingsvermogen. Wanneer we contact gemaakt hebben met het vrouwelijke aspect in onszelf, kunnen we onze innerlijke balans tussen het mannelijke en vrouwelijke aspect herstellen en dan wordt het mogelijk om ons bewustzijn permanent te verruimen en om in contact te zijn met wie we werkelijk zijn. En hoe verder we op dit pad geraken des te meer nemen we onze aangeboren kracht opnieuw in eigendom en des te minder kunnen we door het wétiko virus besmet worden en des te minder macht kunnen de Archonten over ons uitoefenen.
Het schrijven aan het derde boek
Nou, dit was een heel verhaal waarin ik geprobeerd heb om iets te delen over het enorm complexe proces rond het schrijven van mijn derde boek dat gaat over zelforganisatie, een vorm van organisatie die we overal in het universum en in de natuur tegen komen, en die wij als mensen ook in de praktijk kunnen brengen als een vorm van egalitaire organisatie, tenminste als het ons lukt om daarbij aan een aantal voorwaarden te voldoen… Ik ben van plan om dit derde boek te beginnen met de gereconstrueerde Gnostische Sophia mythe als een creatiemythe die kan helpen om meer licht op die randvoorwaarden te werpen. En natuurlijk hoop ik dat intussen mensen die dit lezen hier alvast hun voordeel mee kunnen doen en mee kunnen helpen om meer bekendheid te geven aan het bestaan van de wétiko ziekte. Daarvoor alvast mijn hartelijke dank.


Agenda
Op dit monent heb ik geen nieuwe uitnodigingen voor volgende presentaties. Mochten er weer nieuwe uitnodigingen zijn, dan is de meest actuele informatie te vinden op de agenda op mijn website


 

Tot zover het nieuws rond ‘De Hele Olifant in Beeld’, ‘Samenlevingen in Balans’ en mijn verdere werk.

Lieve groetjes,

Marja de Vries