De Hele Olifant - nieuwsbrief - maart-mei 2022

 

Als ons leven in lijn is met de universele wetmatigheden, functioneert het optimaal, komt het overeen met wie we in essentie zijn, is het in balans en harmonie met het grotere geheel en draagt het bij aan het welzijn van alle mensen en al het leven.
‘Samenlevingen in Balans’ is de term waarmee ik verwijs naar samenlevingen waarvoor geldt dat inzicht in de werking van de universele wetmatigheden een inherent onderdeel is van alle aspecten van de cultuur.


Lieve mensen,
Het heeft even geduurd, maar hier is als het ware de tweede (maart) en derde (mei) nieuwsbrief van 2022 in een, met de laatste ontwikkelingen rond mijn werk: mijn twee boeken De Hele Olifant in Beeld en Samenlevingen in Balans, de vorderingen van het werk aan mijn volgende boek(en), mijn streven bij te dragen aan meer bekendheid rond de universele wetmatigheden, wat allemaal begon met mijn intentie om bij te dragen aan de transformatie van leren en onderwijs, zodat het overeenkomt met wie we in essentie zijn. En dit alles op zo’n manier dat het bijdraagt aan het welzijn van alle mensen en de Natuur wereldwijd, niet alleen op de korte termijn, maar vooral ook op de lange termijn en dus ook voor de komende zeven generaties.

 

Recente ontwikkelingen rond mijn twee boeken
Presentaties in België
Allereerst kan ik tot mijn vreugde melden dat ik weer uitgenodigd ben geweest voor een paar presentaties over ‘De Hele Olifant in Beeld’ dit keer in België, waar ik op twee plekken te gast was bij groepen die zich verenigen rond het thema parallelle samenlevingen.
Waarheid vanuit zoveel mogelijke perspectieven
En daar, zoals dat vaker gebeurt, werd onder andere de vraag gesteld hoe we inzicht in de universele wetten in de praktijk kunnen brengen. Natuurlijk zijn er zeer veel antwoorden mogelijk op die vraag, maar misschien is op dit moment een van de meest actuele opties om - in lijn met de Wet van Polariteit - ons bij alles bewust te zijn van het feit dat, wat ons ook verteld wordt, alle waarheden relatief zijn. dat betekent dat alle waarheden slechts ‘halve waarheden’ zijn in de zin van slechts een gedeelte van de hele waarheid. Dus zodra iemand beweert dat er over een bepaald onderwerp slechts één waarheid is, namelijk die van hen – ook al doen ze zich voor als experts - dat we direct gewaarschuwd zijn en er beter aan doen om op zoek gaan naar andere perspectieven op datzelfde onderwerp. Wanneer we iets benaderen vanuit verschillende perspectieven of zelfs vanuit zoveel mogelijke perspectieven, hebben we – net als de blinden die een olifant onderzochten - meer kans om het geheel in beeld te krijgen of tot de essentie van iets te komen.
Universele wetten in het onderwijs
Het betekent in feite ook dat het belangrijk is dat onderwijs op basis van inzicht in de Wet van Polariteit er vanuit gaat dat er niet slechts één waarheid is, maar dat alle waarheden – ook die we op school leren - relatief zijn. Terwijl dat nog vrijwel nergens de praktijk is, kan ik tot mijn vreugde melden dat het Eligant Lyceum in Zutphen het plan heeft voor een nieuw soort tussenjaar - tussen basisschool en voortgezet onderwijs - waarin de universele wetten een belangrijke plek zullen hebben, inclusief de Wet van Polariteit. Dit tussenjaar, met de naam Eligant Extra, betreft een tussenjaar voor kinderen van 10 tot en met 12 jaar die klaar zijn met het programma op de basisschool maar nog niet toe zijn aan het voortgezet onderwijs.
Uitwisseling met een van de initiatiefnemers
Een van de initiatiefnemers nam een tijdje geleden contact met me op en we hebben hier een hele ochtend over uitgewisseld. Inmiddels is er een enthousiaste folder waarin o.a. te lezen staat: “De universele natuurwetten vormen de bril waardoor we onderzoeken en ervaren” en “Door te leren over deze natuurwetten leer je heel veel over de wereld om je heen en over jezelf.” Als voorbeelden van universele wetten worden in de folder genoemd: “‘Alles is met elkaar verbonden’, ‘alles trilt’, ‘elk gevolg kent een oorzaak’, ‘alles gaat weer voorbij’ en ‘alles is relatief, het hangt af van je perspectief’”. Het wordt een programma , midden in de natuur met veel creatieve onderdelen en denkvaardigheden die gekoppeld worden aan inzichten in de universele wetten.
‘Alles is relatief, het hangt af van je perspectief’
Met andere woorden, dit betekent dat er in dit onderwijsjaar ook - op basis van de Wet van Polariteit - vanuit gegaan wordt dat er niet slechts één waarheid is, maar dat alle waarheden relatief zijn, of zoals het in de folder staat: “Zo bekijken we het thema ‘alles is relatief, het hangt af van je perspectief’ vanuit verschillende, creatieve invalshoeken.” Want “Door onze ‘filosofische doordenkers’ word je aan het denken gezet over wat eigenlijk waar is, dat soms twee tegenstellingen allebei waar kunnen zijn...” In een tijd waarin we steeds meer een druk ervaren van het enige juiste narratief en dus om te geloven dat er is slechts één waarheid zou zijn, namelijk die van bepaalde experts, waarbij men tegelijkertijd tracht om alternatieve visies tot zwijgen te brengen, is er nauwelijks iets belangrijkers.


Het belang van vele waarheden en de lessen van corona
Daarover gaat ook deze nieuwsbrief: we kunnen inzicht in de Wet van Polariteit gebruiken om, geïnspireerd door het gezegde “Wie de lessen uit de geschiedenis niet leert is gedoemd die geschiedenis te herhalen”, te onderzoeken wat de lessen zouden kunnen zijn van de coronasituatie waar we de afgelopen twee jaar mee geconfronteerd werden. In lijn met de Wet van Polariteit en uitgaande van de stelling ‘Alles is relatief, het hangt af van je perspectief’ en dus dat alle waarheden slechts halve waarheden zijn, lijkt het zinvol om dat vanuit zoveel mogelijk verschillende perspectieven te bekijken. In deze nieuwsbrief zal ik dat vanuit drie verschillende perspectieven doen: vanuit het perspectief van klinische psycholoog Mattias Desmet, vanuit het perspectief van historicus en organisatiesocioloog Jacques Ellul en vanuit het psychospirituele perspectief van Paul Levy.
Mogelijke oorzaken, verschillende oplossingen en diverse lessen
Zo komen er verschillende mogelijke dieper liggende oorzaken in beeld, verschillende oplossingen en diverse lessen die corona ons te bieden heeft. Bovendien zal ik daar waar van toepassing ook andere universele wetten noemen, zodat we daar steeds vertrouwder mee kunnen worden. En natuurlijk zal ik kijken hoe de verschillende perspectieven met elkaar verzoenen kunnen worden om uiteindelijk het grotere plaatje in beeld te krijgen. Het geheel kostte me meer tijd om te schrijven dan ik aanvankelijk gedacht had – aanvankelijk zou dit de nieuwsbrief van maart worden… Maar het is ook iets langer geworden dan ik aanvankelijk van plan was, dus kunnen we het beschouwen als een dubbele nieuwsbrief in één, met onderwerp dat ik heel belangrijk vind. Dus  ik hoop dat je de moeite zal nemen om het te lezen. Voor wie dat liever wil, is deze nieuwsbrief ook te lezen op mijn website. [link]
En omdat de eerste les van de afgelopen twee jaar natuurlijk is dat we beter niet zomaar kunnen geloven wat iemand – wie dan ook maar - zegt, vraag ik om s.v.p. niets te geloven van wat ik schrijf, want dat is niets meer of minder dan slechts mijn perspectief op dit moment.

Mattias Desmet en het fenomeen van massavorming
Allereerst zal ik het perspectief van Mattias Desmet, professor klinische psycholoog aan de Universiteit Gent beschrijven. In zijn pas verschenen boek De psychologie van totalitarisme (2021) vraagt hij zich af hoe we de situatie ten tijde van de coronacrisis kunnen begrijpen. Op basis van een psychologische analyse van de historische opkomst van totalitarisme en het ermee verbonden fenomeen van massavorming laat hij zien, dat we in de coronasituatie van de afgelopen twee jaar elementen van massavorming kunnen herkennen. Omdat uit te leggen wijst hij allereerst aan de hand van de inzichten van de filosofe Hannah Arendt op het verschil tussen een klassieke dictatuur en totalitarisme (In haar boek The Origins of Totalitarianism (1951) stelde Hannah Arendt op basis van diepgaand onderzoek vast, dat het totalitaire systeem voor het eerst verscheen in de 20ste eeuw: in de vorm van het stalinisme in de Sovjet Unie en in de vorm van het nazisme in Duitsland). Bij klassieke dictaturen, legt Mattias Desmet uit, komt de gehoorzaamheid van de bevolking voort uit een fundamentele angst voor geweld waar een klassieke dictator potentieel gebruik van maakt, terwijl bij een totalitair systeem niet alleen gebruik gemaakt wordt van angst, maar vooral ook van het verschijnsel massavorming.
Bij massavorming worden mensen gehypnotiseerd tot gehoorzaamheid
Bij massavorming ontstaat in een groep personen (massa) een collectieve gedachte die de individuele gedachten van de leden van de groep verdringt. Massavorming is volgens Mattias Desmet in wezen een vorm van groepshypnose, waarbij een vernauwing van het aandachtsveld optreedt, waardoor de gehypnotiseerde personen de rest van de werkelijkheid dat buiten dat aandachtsveld valt, niet meer waarneemt. Mensen in totalitaire systemen worden als het ware gehypnotiseerd tot gehoorzaamheid. Massavorming kan optreden als er een aantal specifieke omstandigheden aanwezig zijn. Deze vier voorwaarden zijn: veel sociaal geïsoleerde mensen, met als gevolg een ervaren gebrek aan zingeving bij veel mensen, veel ‘vrij zwevende’ angst (angst met een onduidelijke oorzaak), en veel ‘vrij zwevende’ psychologische onvrede, frustratie en agressie. Wanneer deze zaken, die tot uiting kunnen komen in algemeen wantrouwen, verslaving, depressie, verveling, dwangmatig eten, zoveel mogelijk alles onder controle willen hebben en/of een geheime of open fascinatie met geweld, aanwezig zijn kan het proces van massavorming een sluipend karakter hebben en kan een bevolking er volgens Mattias Desmet argeloos aan ten prooi vallen.
Een verhaal over een ‘object van angst’ plus een strategie
Hij legt uit dat dat kan gebeuren in een samenleving op het moment dat er een verhaal in de media wordt verteld dat expliciet een ‘object van angst’ aanwijst, samen met een strategie om met dat ‘object van angst’ om te gaan. Dan bestaat de kans dat mensen, die toch al last hadden van een onbestemde angst, er van overtuigd raken dat het genoemde ‘object van angst’ inderdaad de oorzaak is van hun angst. Het voordeel om dat verhaal te geloven is, dat het mensen de mogelijk biedt om hun onbestemde innerlijke angst op dat aangewezen ‘object van angst’ te projecteren. Dat verlost hen van het ongemak van die vrij zwevend angst, zonder dat ze naar de oorsprong daarvan in zicht zelf hoeven te kijken.
Het maakt niet uit of het narratief juist of verkeerd is
Dat verklaart waarom er (onbewust) een intense belangstelling is om in het aangeboden narratief te geloven, samen met een enorme bereidheid om met de aangegeven strategie mee te gaan en dat het niet uit maakt of het narratief juist of verkeerd is. Zodra mensen hun angst aan dat ene aangewezen object koppelen, en al hun hoop stellen in de aangeboden strategie om daarmee om te gaan, is hun aandacht - als bij een hypnose - uitsluitend nog gericht op die ene aangeboden waarheid, het narratief, waardoor ze alles wat buiten dat verhaal – en daarom buiten hun focus van aandacht - valt, buitensluiten en dat geldt ook voor alle andere waarheden. Sterker, men keert zich af van bewijzen die niet passen in het aangereikte verhaal en pogingen om hun illusies te doorbreken worden eerder als een bedreiging ervaren.
Mensen gaan zich opnieuw verbonden voelen
Massavorming oefent een grote aantrekkingskracht uit op mensen die zich geïsoleerd voelen, zegt Mattias Desmet, want dit geeft hen het gevoel dat er een nieuw soort sociale band ontstaat. Bovendien hebben het verhaal en alle maatregelen, dus de concrete acties waartoe het verhaal aanzet, in feite de functie van een ritueel, en dat is ook waardoor mensen zich verbonden voelen. Omdat mensen zo meegaan met het verhaal niet omdat het juist zou zijn, maar omdat het leidt tot deze nieuwe verbondenheid, is het, zo verklaart hij, ook geen probleem wanneer de maatregelen absurd worden, eenvoudig omdat de maatregelen functioneren als ritueel en “rituelen altijd een soort gedrag zijn dat niet in de eerste plaats praktisch nut heeft.” Volgens Mattias Desmet is het zelfs zo, dat hoe absurder een narratief is, des te beter het functioneert als ritueel. En, zo voegthij daar aan toe, rituelen vragen ook een soort van offer en door dat offer te brengen kan het individu tonen, dat zijn of haar individuele belang ondergeschikt is aan het groepsbelang, aan het belang van het collectief.
Het collectief wordt belangrijker dan het individu
Maar wat deze mensen zich vaak niet realiseren is dat de nieuwe sociale band in feite geen sociale band onder elkaar is, maar een sociale band tussen het individu en het collectief. En hoe verder de massavorming gaat, des te slechter worden de banden tussen de mensen, want het collectief wordt steeds belangrijker en het individu steeds onbelangrijker. Met inzicht in het proces van massavorming kunnen we volgens Mattias Desmet de verbluffende kenmerken van een getotaliseerde bevolking begrijpen, zoals de radicale bereidheid van de individuen om hun persoonlijke belangen op te offeren uit solidariteit met het collectief. Dat was zo in de Sovjet Unie en dat was zo in Nazi-Duitsland.

Ideologie en de overtuiging ‘Er is slechts één waarheid’
Kenmerkend voor totalitaire systemen is dat ze een bepaalde ideologie hebben om hun activiteiten te rechtvaardigen en om hun propaganda op te baseren. Mensen die meegaan in de massavorming raken fanatiek overtuigd van die ideologie. Ideologieën gaan uiteindelijk over het streven naar een perfecte samenleving, maar zijn daarbij gebaseerd op oversimplificatie van de werkelijkheid. Hoewel ze uitgaan uit van één enkele aanname, maken ze aanspraak op één totale verklaring en op totale geldigheid. Dat betekent dat ze – in strijd met de Wet van Polariteit die stelt dat alle waarheden slechts halve waarheden zijn - gebaseerd zijn op het idee dat er slechts één waarheid is, namelijk de waarheid van de eigen ideologie. “Ideologieën zijn onschuldige, onkritische en willekeurige opinies, zolang er niet ernstig in wordt geloofd,” schrijft Hannah Arendt. Echter, “vanaf het moment dat hun claim op totale geldigheid letterlijk genomen wordt, worden het kernen van logische systemen, waarin (…) alles op een begrijpelijke en zelfs dwingende manier volgt uit een eens aanvaarde aanname.”
Geen onderscheid meer tussen feit en fictie en tussen waar en onwaar
Ideologieën zijn daarom buitengewoon geschikt voor totalitaire heerschappij. Het gevaar van een ideologie is niet in de eerste plaats de onkritische aanname, maar dat mensen de vrijheid om zelf te denken inruilen voor de dwangbuis van de logica van de ideologie. Hannah Arendt legt uit dat door de aanspraak op een totale verklaring het ideologisch denken elke verhouding tot de werkelijkheid kapot maakt, waardoor mensen de ideologische overtuigingen niet meer kunnen onderscheiden van de realiteit. “Mensen zijn op een succesvolle manier klaargestoomd, wanneer ze zowel het contact met hun medemensen als met de realiteit rondom hen verloren hebben, “schrijft ze, “want samen met deze contacten, verliezen de mensen zowel hun vermogen om te ervaren als hun vermogen om te denken. De ideale onderdaan van een totalitaire heerschappij is (…) de mens voor wie het onderscheid tussen feit en fictie (…) en het onderscheid tussen waar en onwaar (…) niet langer bestaan.” Tegelijkertijd is het zo, dat voorstanders van de ideologie zo overtuigd zijn dat het resultaat zo wonderbaarlijk zal zijn en dat dit de enige mogelijke evolutie is die de samenleving kan doormaken, dat ze het gerechtvaardigd achten om hier en daar de bevolking te manipuleren, en om te liegen, te bedriegen om ze in die richting te krijgen, legt Mattias Desmet uit.
De massa bestaat alleen als zij een vijand heeft - de zondebok

In een totalitair systeem wordt de massahypnose uiteindelijk steeds dieper en als er geen dissidente, alternatieve stemmen meer zijn in de publieke ruimte kan de massahypnose compleet worden. Dat is het moment waarop een totalitair systeem over kan gaan tot het plegen van wandaden. Dat gebeurde in 1930 in de Sovjet Unie en in 1935 bij het Nazisme. Een totalitair systeem bestaat namelijk bij de gratie van massavorming en de massa bestaat alleen als zij een vijand heeft. In de mate waarin we onbewust worden gedreven door angst, worden we vatbaar voor manipulatie en propaganda maakt daar graag gebruik van. Het enige wat nodig is, zegt Mattias Desmet, is om via de propaganda te suggereren dat zij, die niet meegaan in het verhaal, mensen zonder burgerzin zijn, mensen die geen solidariteit tonen. Zo kan er radicale onverdraagzaamheid ontstaan tegenover dissidente stemmen, die in feite worden beschouwd als verraders en als een enorme bedreiging. Dat is voldoende om de aanwezige diffuse frustratie en agressie van de mensen in de massa te mobiliseren en om zo de massa te verleiden om hun naar boven gekomen frustratie en agressie, eigenlijk dus hun schaduw, te projecteren op die gesuggereerde vijand - de zondebok – en om die aan te vallen. Op die manier verklaart het verschijnsel van massavorming ook dat de bevolking actief mee gaat doen met het plegen van misdaden. Hierin zit zowel een element van zingeving als van saamhorigheid: samen strijden voor het ideaal.

In de coronasituatie zijn er tekenen van een vergelijkbaar proces
Mattias Desmet verklaart veel van de verontrustende aspecten van wat we hebben gezien tijdens de afgelopen twee jaar van coronacrisis op basis van massavorming van een relatief kleine groep van de bevolking. De coronasituatie kwam bovendien, zo schrijft hij “… geenszins uit de lucht vallen. Ze past in een reeks van steeds krampachtiger en zelfdestructiever wordende maatschappelijke reacties op objecten van angst – de terrorist, de klimaatopwarming, het coronavirus.” En al lang voor de coronasituatie waren de vier voorwaarden voor massavorming - sociaal isolement, zinloosheid, en onbestemde angstig  en frustratie - als voedingsbodem aanwezig in de westerse samenlevingen.
Het coronavirus als object van angst

In deze setting waarin angst zo diepliggend en onbewust in een deel van ons aanwezig was, dat we ons niet langer bewust waren van wat er in ons gaande was, werden we begin 2020 geconfronteerd met niet aflatende angst zaaiende berichten in de media over een ‘coronavirus’ dat zogenaamd massa’s mensen doodt. Toen ons werd verteld dat dit onzichtbare ‘object van angst’ ons kon opwachten op iedere deurkruk, of ons zou kunnen besmetten bij iedere omhelzing, werd het coronavirus het aangewezen object van angst wat het proces van massavorming mogelijk maakt. Er was nu weliswaar geen sprake van een echte fysieke menigte, maar met de beschikking over elektronische middelen en social media, blijkt het volgens Mattias Desmet nog veel makkelijker om een individu tot de collectieve mentaliteit te verleiden.
Plus de coronamaatregelen als strategie
En al heel snel waren er de coronamaatregelen als aangereikte strategie om met het virus om te gaan en door alle hoop op de aangereikte strategie te richten, ontstond er ook een verbazend brede acceptatie voor het onvoldoende onderzochte, experimentele ‘vaccin’ dat werd gepresenteerd als uiteindelijk de enige oplossing, samen met de dubieuze maatregelen zoals mondkapjes en lockdowns. Vervolgens bleek dat alle argumenten die in strijd waren met dit officiële verhaal geen ‘psychisch gewicht’ hadden. “Dat is het punt,” zegt Mattias Desmet, “Je kunt ze herhalen zolang als je wilt, maar ze laten gewoon geen spoor na.” Hij nam waar dat er vervolgens drie verschillende groepen ontstonden. Slechts 30 procent van de mensen raakte werkelijk gehypnotiseerd en kan op geen enkele manier worden bereikt. Daarnaast was er ongeveer 40 procent van de mensen die de massa volgde. En dan was er nog een groep van ongeveer 30 procent van de mensen die niet gehypnotiseerd raakte en die zich probeert uit te spreken en zich verzet.
Het Ministerie van Waarheid
In zijn boek vat hij dat alles als volgt samen: “De dominante ideologie presenteert in de massamedia keer op keer cijfers die haar eigen gelijk bevestigen en creëert een grotendeels fictieve realiteit waar een groot deel van de bevolking rotsvast in gelooft. De realiteitsbeleving wordt keer op keer bepaald door cijfers die een paar maanden later zeer relatief of zelfs regelrecht foutief of bedrieglijk blijken. Maar ondertussen worden die cijfers telkens weer gebruikt om de meest verregaande maatregelen op te leggen en om alle basisprincipes van menselijkheid opzij te schuiven: alternatieve stemmen worden gestigmatiseerd door een heus Ministerie van Waarheid, bevolkt door ‘factcheckers’, via verschillende vormen van (zelf)censuur wordt de vrijheid van meningsuiting ingeperkt, via opgedrongen vaccinatiestrategieën wordt het zelfbeschikkingsrecht met voeten gereden en wordt een voorheen ondenkbaar sociale exclusie en segregatie doorgevoerd. In het coronadiscours vinden we zo een hele reeks kenmerken terug van het type discours dat leidde tot de opkomst van de grote totalitaire regimes van de twintigste eeuw: het overvloedig gebruik van cijfers en statistieken die een radicale minachting voor de feiten vertonen, de vervaging van de grens tussen feiten en fictie, een fanatieke ideologische overtuiging die misleiding en manipulatie rechtvaardigt en over alle ethische grenzen heen drijft.”
Coronamaatregelen die onbewust rituelen werden
Volgens hem zijn ook in de coronacrisis bepaalde maatregelen onbewust verworden tot rituelen die verbondenheid creëren. Hij schets die situatie als volgt: De mensen, die meegaan in de massavorming en gegrepen zijn door het ritueel gedrag, lijken schijnbaar onverschillig voor hun eigen ontberingen en opgelopen schade als gevolg van de lockdowns, zoals het verlies van vrijheden, verlies van werk, inkomen, onderwijs, menselijk contact en vrije tijd. Alle aandacht gaat uitsluitend naar het volgen van de opgelegde maatregelen en ze offeren zichzelf en alles wat hun dierbaar is op om te tonen dat solidariteit, het nieuwe burgerschap belangrijker is dan ons individueel voordeel. Ze hebben dan ook nauwelijks oog voor de gevolgen van de lockdown voor anderen en voelen weinig empathie voor de slachtoffers daarvan. Zo kunnen we volgens hem ook begrijpen dat zelfs verregaande coronamaatregelen die op gespannen voet staan met bepaalde grondrechten - discriminatie op grond van vaccinatiestatus of doorgemaakte infectie - door een groot deel van de bevolking tamelijk kritiekloos werd geaccepteerd. Het zou tevens kunnen verklaren waarom sommigen daarin een stap verder gaan en haat zaaien tegen ongevaccineerden.
Ook veel parallellen met de situatie in Iran
In een recent aangrijpend interview van Shohreh Festhali, een vluchtelinge uit Iran, met Mattias Desmet wordt duidelijk hoe haar persoonlijke ervaringen in Iran tijdens de opkomst van het totalitaire regime in 1979 nauw aansluiten bij zijn theoretische inzichten in de psychologie van totalitaire systemen. Shohreh Festhali, die in haar boek Gesluierde jaren (2021) haar ervaringen tijdens die periode beschrijft, ziet ook allerlei parallellen tussen de coronasituatie en de opkomst van totalitarisme in Iran toen de sjah verdween en Khomeini in zijn plaats kwam: “Het heeft alleen maar een ander jasje en een andere naam” zegt ze in een podcast met Jorn Luka.
Het ‘object  van angst’ en de aangeboden strategie
In Iran was het narratief dat opeens verscheen en dat een ‘object  van angst’ aanwees, een verhaal dat onder andere via de BBC en ‘Voice of America’ werd verspreid en dat stelde dat de manier waarop de sjah bezig was er onvermijdelijk toe zou leiden dat iedereen na hun dood eeuwig zou branden in de hel. “Als ik dit nu tegen je zeg, dan lach je, want hoe kunnen mensen daarin geloven. Dat is precies hetzelfde als wat mensen nu geloven met het virus. Ze hebben de islam misbruikt om mensen tegen elkaar op te zetten,” zegt Shohreh. De aangeboden strategie in Iran was dat Khomeini de man zou zijn die er voor kon zorgen dat dat niet zou gebeuren. De bevolking is daar verrassend genoeg in mee gegaan en mensen gingen de straat op om te vragen om Khomeini met alle gevolgen van dien.

De grondoorzaak van totalitarisme volgens Mattias Desmet
Eén antwoord en één oplossing, dus één waarheid
Volgens Mattias Desmet past dit in de context waarin zich op dit moment een nieuw soort totalitarisme steeds realistischer aan de maatschappelijke horizon aftekent. Hij wijst er daarbij op dat bij het opkomen van totalitarisme er in het eerste stadium altijd eerst een fase is waarin de bevolking doordrongen raakt van bepaalde ideologische overtuigingen die ze typisch niet meer kan onderscheiden van de realiteit. Het betreft een bepaalde logica die de verklaring is voor alle problemen in de vorm van één antwoord en één oplossing, dus één waarheid en dat zien we nu steeds vaker. “Telkens als er een nieuw object van angst oprijst in de maatschappij, is er binnen ons huidige denken maar één antwoord en één verweer: meer controle,” schrijft hij. Zo komt de samenleving volgens hem in een vicieuze cirkel terecht, want “Controledwang leidt tot angst en angst leidt tot controledwang.” Dat leidt tot extreme overheidscontrole en uiteindelijk tot de destructie van de psychische en fysieke integriteit van het menselijk wezen.
Technocratie als de nieuwe vorm van totalitarisme
Maar hij benadrukt ook dat dit nieuwe totalitarisme anders is dan de totalitaire systemen van Hitler of Stalin. Het betreft nu een totalitair systeem zonder zulke wrede heersers, maar in plaats daarvan een mondiaal technocratisch totalitair systeem. Een technocratie betreft een samenleving die wordt bestuurd door niet gekozen experts: vakkundige ingenieurs, wetenschappers en technici. Het uiteindelijke doel van dit nieuwe totalitarisme is de totale instemming van de wereldbevolking met een transhumanistische technocratie waarbij de mens versmelt met technologie.
Wat is de oorzaak van het ontstaan van totalitarisme?
Als het inderdaad zo is, dat er op dit moment een beweging is waar te nemen in de richting nieuw soort totalitarisme, dringt de vraag zich op wat de grondoorzaak is van het ontstaan van totalitarisme, want als we die oorzaak kennen, kunnen we ons vervolgens verdiepen in de oplossing door ons af te vragen hoe we die oorzaak zouden kunnen wegnemen. Wat betreft de oorzaak van het ontstaan van totalitarisme is de redenatie van Mattias Desmet als volgt: Angst en sociaal isolement zijn de basis voor massavorming en die massavorming leidt uiteindelijk tot totalitarisme. Als de ultieme oorzaak van onze angst en isolatie ziet hij ons mechanistische mens- en wereldbeeld dat gebaseerd is op de wetenschap, terwijl die wetenschap zelf voor een groot deel verworden is tot een wetenschapsideologie. “Wetenschap,” zo legt hij in zijn boek uit, “was bij haar geboorte synoniem met openheid van geest, een manier van denken die alle dogma’s overboord gooide en alle overtuigingen ter discussie stelde. Maar naarmate ze opgroeide, verwerd ze zelf tot ideologie, overtuiging en vooroordeel.”
De wetenschapsideologie
Wetenschapsideologie is gebaseerd op het idee dat de rede alles kan verklaren. De ideologie van de rede is bij uitstek een symptoom van de verlichtingstraditie (vanaf ca. 1670): “… men geloofde dat de mens (…) zich van zijn eigen denkvermogen kon bedienen om de wereld te begrijpen en gestalte te geven aan een nieuwe, rationele samenleving.” Het gevolg is dat alles wat niet redelijk kan worden uitgelegd daarom buiten het totaalbeeld valt. Wat dat betekent,legt Mattias Desmet uit, is dat de wetenschappelijke waarheid als het ware heilig is geworden en dat men is gaan geloven dat er slechts één waarheid is, namelijk de wetenschappelijke waarheid. Echter, zo gaat hij verder, de wetenschappen en in het bijzonder de toegepaste wetenschappen blijken plooibaar te zijn om tegemoet te komen aan de economische wensen. In de praktijk leidt dat tot verwarring tussen feiten en fictie. “Dat is een ernstig probleem voor een samenleving die een blind vertrouwen in de wetenschap heeft.” Kortom, uiteindelijk rijst totalitarisme volgens hem op uit de verlichtingsideologie: “In de finale analyse is totalitarisme het logisch gevolg van het mechanistische denken en het ermee verbonden waanachtige geloof in de almacht van het menselijk verstand.
Waarom ontstaan totalitaire systemen weer opnieuw?
Totalitaire systemen ontstaan opnieuw volgens Mattias Desmet omdat de grondoorzaak – wetenschapsideologie - niet is weggenomen. “Iets in dat verhaal zorgt er voor dat de mens geïsoleerd raakt van zijn medemens en van de natuur (…) dat de mens niet langer resoneert met de wereld rondom hem; iets erin verandert het menselijk wezen in een geatomiseerd subject. Het is precies in dit subject dat Hannah Arendt het elementaire bestanddeel van de totalitaire staat herkende.”

Wat is volgens Mattias Desmet de oplossing?
“Het tegengif voor totalitarisme,” schrijft Mattias Desmet, “ligt dan ook in een levenshouding die zich niet blind staart op rationeel begrijpen van de oppervlakkige verschijningsvormen van het leven en die voeding zoekt met de principes en de figuren die onder die verschijningsvormen verborgen liggen.” Hij licht dat toe door er op te wijzen dat het geloof in de almacht van het verstand in feite allang achterhaald is en dat diverse ‘ware’ wetenschappers tot de conclusie zijn gekomen dat we met ons ratio maar een heel klein deel van de werkelijkheid kunnen verklaren. Als voorbeeld noemt hij dat de kwantum fysica heeft laten zien dat observatie van een object dat object zelf verandert en dat de chaostheorie heeft aangetoond dat materie zich voortdurend in vormen organiseert op een manier die niet in mechanische termen kan worden verklaard.
Een nieuw mens- en wereldbeeld
De oplossing die hij op basis daarvan suggereert formuleert hij zo: “De eigenlijke opdracht waar we als individu en als maatschappij voor staan, is om een nieuw mens- en wereldbeeld te construeren, een nieuwe grond te vinden voor onze identiteit, nieuwe principes te formuleren voor het samenleven met anderen en een herwaardering te realiseren van een oeroud menselijk vermogen – het spreken van waarheid.”
In feite zouden we in deze uitspraak van Mattias Desmet een pleidooi kunnen lezen voor een holistisch wereldbeeld als nieuw mens- en wereldbeeld, met andere woorden voor mijn boek De Hele Olifant in Beeld (2007). Zoals ik in mijn vorige nieuwsbrief heb beschreven, wordt dit holistische wereldbeeld nu ook bevestigd door de holistische wetenschappelijke inzichten van Nassim Haramein en zijn Verenigde Fysica Theorie. Met andere woorden zo’n nieuw mens- en wereldbeeld is er in feite al. Bovendien is zijn verwijzing naar het formuleren van nieuwe principes voor het samenleven met anderen is een mooie aanbeveling voor mijn boek Samenlevingen in Balans (2014) waarin ik samenlevingen beschrijf die inzicht in de werking van de universele wetmatigheden tot een inherent onderdeel van alle aspecten van hun cultuur hebben gemaakt, met als gevolg dat dit egalitaire samenlevingen zij  die optimaal functioneren voor iedereen.
Het belang om te blijven spreken
Voor de korte termijn wijst Mattias Desmet bovendien op het belang om te blijven spreken. Aangezien een totalitair systeem bestaat bij de gratie van massavorming en de massa alleen bestaat als zij een vijand heeft en er een moment kan komen waarop degenen die niet mee gaan in het officiële verhaal  als zondebok worden gezien, is vogens hem de moeilijkste fase wanneer de menigte wacht op de instructie om op de aangewezen vijand af te gaan en destructief te gaan handelen door hun onderdrukte agressie de vrije loop te laten. Dus, zo stelt hij, is het belangrijk om het punt waarop de massa zo diep in die hypnose raakt, dat ze tot fysieke wreedheden overgaat, te vermijden. En dat kan alleen volgens hem, als er andere mensen zijn die blijven spreken.
Een pleidooi voor het blijven toepassen van de Wet van Polariteit
Daarom, zo stelt hij, is het belangrijk dat er mensen zijn die op een rustige manier blijven zeggen dat ze het niet eens zijn met het gangbare verhaal, en die de voortdurende stroom van onjuistheden blijven onderbreken met hun eigen perspectief op waarheid. Niet met het doel om mensen te overtuigen, of om de massa wakker te schudden, of de hypnose ongedaan te maken, want dat zal volgens hem mogelijk niet lukken, maar met het doel om te verhinderen dat de hypnose nog dieper wordt. Dit kunnen we overal doen, aan de keukentafel, in de winkel, bij het tankstation, in een interview, op een podcast, de TV, waar dan ook maar. In feite is dit een pleidooi voor het blijven toepassen van de Wet van Polariteit die stelt ‘Alles is relatief, het hangt af van je perspectief’ en dus dat er vele verschillende perspectieven op de waarheid zijn. (voor wie geïnteresseerd is in meer over de visie van Mattias Desmet is er naar zijn recente boek, hier is een uitgebreid artikel en hier een video met een interview met hem daarover).
Kortom, we kunnen heel blij zijn met de voorgestelde oplossingen van Mattias Desmet, maar tegelijkertijd had ik ook sterk het gevoel dat ik hier nog het een en ander miste. Op basis van inzicht in de Wet van Polariteit kunnen we begrijpen dat inzicht in de oorzaak van iets, net als ons inzicht in de waarheid, relatief is en onder andere afhangt van het perspectief. Laten we daarom ook naar nog een ander perspectief kijken.


De grondoorzaak van totalitarisme volgens Jacques Ellul
Iemand die de coronasituatie niet heeft meegemaakt, maar bijna 70 jaar geleden al voorzag dat er een beweging richting een totalitair systeem in de vorm van een technocratie gaande was, is de Franse jurist, historicus en organisatiesocioloog Jacques Ellul (1912 – 1994). Vanaf 1944 tot 1980 was hij hoogleraar geschiedenis en organisatiesociologie binnen de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de universiteit in Bordeaux en daarnaast zowel auteur van vele boeken als bekend als ‘de man die (bijna) alles heeft voorzien’. Terwijl Mattias Desmet voor de ultieme oorzaak van totalitarisme verwijst naar de periode van de Verlichting, gaat Jacques Ellul daarvoor nog wat verder terug in de geschiedenis. Hij stelde vast dat al sedert de renaissance (14e eeuw – begin 16e eeuw) de westerse cultuur in toenemende mate op een rationeel gestroomlijnde leest wordt geschoeid.
‘Techniek’ als de ultieme oorzaak van totalitarisme
In zijn boek The Technological Society (1954) beschrijft hij als de ultieme oorzaak van totalitarisme dat wat hij samenvattend ‘techniek’ noemde. Met de term ‘techniek’ bedoelt hij veel meer dan alleen apparaten, machines en technologie, en verwijst hij naar het geheel van methoden en middelen die rationeel bedacht zijn en die streven naar maximale efficiëntie en die zich uitstrekken tot ieder aspect van menselijke activiteit. Dat wil zeggen dat zijn term ‘techniek’ ook politieke, economische, sociale en psychologische ‘technieken’ omvat. Door zich in de aard van ‘techniek’ in deze brede zin van het woord te verdiepen, en het effect dat het in toenemende mate op de cultuur en de toekomst van de mens zou hebben, voorzag Jacques Ellul dat achtereenvolgens ‘techniek’ de natuur, de mens met zijn samenlevingsverbanden en ten slotte de psyche van de mens zou gaan domineren.
De ‘Technologische Samenleving’
Zijn term ‘Technologische Samenleving’ verwijst naar het idee van een samenleving die gebaseerd is op mechanistisch denken en technische en bureaucratische processen, en waarin mensen opgeleid worden om mechanistisch te denken en te functioneren. Hij voorspelde dat ‘techniek’ en de manier van denken die daarmee gepaard gaat, het leven van de burgers steeds verder zouden opslokken, en dat het uiteindelijk een technologische samenleving zou voortbrengen in de vorm van een technocratie gebaseerd op zielloze efficiëntie. Het heeft volgens hem namelijk geen zin om te denken dat een onderscheid kan worden gemaakt tussen enerzijds ‘techniek’ en anderzijds het gebruik daarvan, want technieken hebben specifieke sociale en psychologische gevolgen onafhankelijk van menselijke wensen.

‘Techniek’ als een maatschappelijk organisatiesysteem
Om dat nader toe te lichten, legt hij uit dat de term ‘techniek’ zoals hij die gebruikt, in feite - en mogelijk zonder dat we ons daar bewust van zijn - verwijst naar een maatschappelijk organisatiesysteem dat voortdurend op zoek is naar dat ene meest efficiënte middel op ieder gebied. Het risico daarvan, zo stelde Jacques Ellul, is dat techniek een eigen dynamiek gaat krijgen. Dat wil zeggen dat ‘techniek’ niet langer in dienst staat van de mens, maar dat die techniek zich ontwikkelt tot een autonoom organisatiesysteem waaraan de mens geen sturing meer kan geven. Hij illustreert dat aan de hand van een aantal kenmerken van ‘techniek’, die allemaal met elkaar samenhangen, die hun eigen wetmatigheden kennen en die uiteindelijk efficiëntie tot een noodzakelijkheid maken.
Rationaliteit en autonomie
Allereerst is er natuurlijk het kenmerk van rationaliteit van technologie die de logische en mechanische organisatie versterkt. Voor dit doel moet alles, inclusief de mens, worden gemeten en wiskundig berekend om aan de eisen van rationaliteit tegemoet te komen. Dan is er het kenmerk van autonomie. Het idee dat ‘techniek’ ten dienste van de mens staat en dat het mogelijk is om vrij te kiezen om een bepaalde techniek wel of niet te gebruiken, is tijdens de industriële revolutie veranderd, want volgens Jacques Ellul hebben wij sinds die tijd ongemerkt de vrijheid verloren om onderscheid te kunnen maken tussen wat we van alle mogelijk beschikbare technologieën willen verwelkomen als werkelijke menselijke ontwikkeling en wat in feite bijdraagt aan ontmenselijking. Hierdoor is het mogelijk geworden dat heeft ‘techniek’ zich tot een autonome kracht heeft ontwikkeld waaraan de mens geen sturing meer kan geven.
Maximale efficiëntie als de Enige Beste Manier
Wat daar nog bijkomt is een ander kenmerk van techniek wat hij noemt monisme, dat wil zeggen dat ‘techniek’ uitgaat van één beginsel, één principe. Dat ene beginsel is het consequent zoeken naar maximale efficiëntie tegen de laagst mogelijke kosten als de ‘Enige Beste Manier’ bij alles, en precies dat is ook het doel geworden van de Technologische Samenleving. “Het enige wat technisch gezien geldt,” schrijft Jacques Ellul, “is opbrengst, productie. Dit is de wet van de techniek; deze opbrengst kan alleen verkregen worden door de totale mobilisatie van mensen, lichaam en ziel, en dit betekent de uitbuiting van alle menselijke psychische krachten.”
De keuze voor maximale efficiëntie als
de Enige Beste Manier wordt automatisch gemaakt
En alsof dat nog niet erg genoeg is, is er ook nog het kenmerk van ‘techniek’ dat Jacques Ellul ‘technisch automatisme’ noemt. ‘Technisch automatisme’ verwijst naar het feit dat binnen het technologische systeem de keuze voor methoden, mechanismen, formules en organisaties – en dus voor maximale efficiëntie als de Enige Beste Manier - automatisch wordt gemaakt. Waar dat op neerkomt is dat in een samenleving die gedomineerd wordt door de logica van ‘techniek’, de Enige Beste Manier op komt voor zichzelf en geen alternatieven en geen ruimte voor persoonlijke keuze toestaat. Dat betekent dat alle andere overwegingen van secundair belang worden en er ook geen ruimte is voor morele overwegingen en de vrijheid van ons als mensen om zelf vorm te geven aan ons leven steeds verder uitgehold wordt. Jacques Ellul legt keer op keer uit dat hij niet tegen technische vernieuwing is, maar dat hij tegen technicisme is, waarbij technische efficiëntie haar eigen norm wordt en de hele wereld onderwerpt aan de wetten van de machine.

‘Techniek’ wordt heilig
Vergelijkbaar met wat Mattias Desmet beschreef over de wetenschapsideologie die gekenmerkt wordt door het idee dat er slechts één waarheid is namelijk de wetenschappelijke waarheid, is ‘techniek’ ook boven alle kritiek verheven, en dus in feite heilig geworden. Als gevolg daarvan is maximale efficiëntie als de Enige Beste Manier en wat zich uitstrekt tot ieder aspect van menselijke activiteit, niet langer een optie maar een noodzakelijkheid die in steeds verdergaande mate aan alle mensen wordt opgelegd.
Kunstmatigheid en homogenisering
Andere kenmerken van ‘techniek’ die Jacques Ellul waarnam zijn kunstmatigheid en homogenisering.  Kunstmatigheid, aangezien alle andere aspecten en dus ook alles wat natuurlijk is secondair wordt, waardoor alles wat natuurlijk is ook steeds verder buiten beeld raakt en vervangen wordt door kunstmatige zaken. Homogenisering, omdat het nodig geacht wordt dat mensen worden ‘bewerkt, behandeld, verfijnd en gepasteuriseerd’ waardoor schillen zo veel mogelijk worden geëlimineerd. Het enige wat telt zijn de resultaten. Alles wat oppervlakkig gezien niet of weinig bijdraagt aan onze financiële en technologische situatie – zoals onze unieke verschillen, maar ook zelf leren nadenken, trouw zijn aan ons eigen innerlijke waarden en ons geweten, en uitdrukking geven aan onze unieke zielenwens - zijn we als samenleving van steeds minder waarde gaan vinden. In plaats daarvan komt conformisme en publieke opinie, instemming en berusting.
Universalisme
Universalisme is een ander kenmerk van ‘techniek’ dat Jacques Ellul noemt, omdat ‘techniek’ uiteindelijk ieder detail van de technologische samenleving verzadigt met steeds verder gaande regelgeving, bureaucratisering, kwantificering, rationalisering, mechanisering, standaardisering, procedures etc.  Hierdoor wordt ‘techniek’ zo overal aanwezig en allesomvattend – zo ‘universeel’ - dat we ‘techniek’ ongemerkt gaan beschouwen als was het de ware aard van onze werkelijkheid. Als we ‘techniek’ en daarmee alles wat kunstmatig is niet meer kunnen onderscheiden van wat echt en natuurlijk is, bestaat het risico volgens Jacques Ellul dat het vrijwel onmogelijk wordt om ons er nog tegen te verzetten.  En dan noemt hij nog grootheidswaan als kenmerk van ‘techniek’, waarmee hij verwijst naar het streven om met behulp van al die technologie zelf ‘god’ te willen worden.

Propaganda als psychische ‘techniek’
In een ander boek Propaganda: The Formation of Men’s Attitudes (1965) gaat Jacques Ellul nader in op verschillende vormen van ‘techniek’ die - onzichtbaar - in de politiek gebruikt worden, zoals propaganda. In zijn beschrijvingen van de effecten van propaganda zijn er vele overeenkomsten met de visie van Mattias Desmet. Zo legt Jacques Ellul uit dat propaganda niet alleen werkzaam is op het niveau van feiten weglaten en leugens, maar dat het bij propaganda in feite gaat om “de manipulatie van het onderbewustzijn van de menigte” met het doel om ze te verleiden tot een gewenst gedrag. Daarom beschouwde hij propaganda bij uitstek als een psychische ‘techniek’. “Het moet een quasi-eensgezindheid produceren, en de oppositie moet verwaarloosbaar worden, of in ieder geval ophouden om zich uit te kunnen spreken.” Wanneer iets het onderwerp wordt van constante propaganda wordt het tenslotte boven nader onderzoek of kritiek verheven en worden de ontkenners of tegenstanders beschouwd als ketters of (god)lasteraars, schreef Jacques Ellul in 1965. Dit is waarom zij die zelf willen blijven nadenken, of zelfs uitdrukking geven aan niet goedgekeurde visies, zo’n publiek schandaal te weeg brengen in de Technologische Samenleving,stelt hij.
Het creëren van ‘lege’ individuen die open staan voor suggestie
Via het narratief zorgt propaganda voor een complete reconstructie van de werkelijkheid in de hoofden van hen die daardoor beïnvloed zijn. In deze abstracte reconstructie van de werkelijkheid worden leugens waarheid en lijkt de waarheid onwaarschijnlijk, met als gevolg dat de mensen die hierin gevangen raken er toe worden gebracht zichzelf op te offeren in de echte wereld, in het belang van de abstracte werkelijkheid die hen voorgehouden wordt. Echter het narratief waar men zich voor opoffert belooft iets geheel anders dan waar men zal uitkomen. De werkelijke doelen waar de mensen zich op deze manier naar toe bewegen zijn namelijk alleen bekend bij de manipulators van het onderbewustzijn van de massa. “Het gebruik van bepaalde propaganda technieken is niet bedoeld om een onmiddellijk en definitief commitment aan een gegeven doel met zich mee te brengen, maar eerder om een soort van lange termijn leegheid in het individu te veroorzaken. Het individu wiens ziel gemasseerd is, beroofd van zijn natuurlijke neigingen en volledig geassimileerd in de groep, is bereid tot alles,” schrijft Jacques Ellul die vanuit Frankrijk de opkomst van het totalitarisme in nazi-Duitsland bewust meemaakte en tijdens de tweede wereldoorlog actief was in het Franse verzet.
Het langdurige effect van propaganda is net als bij verslaving
Hij wijst er op dat propaganda als een psychische ‘techniek’ uiteindelijk leidt tot het wegkwijnen van de vermogens om te oordelen, te onderscheiden en kritisch te denken. Deze vermogens zullen volgens hem niet eenvoudig weer verschijnen wanneer de propaganda wordt onderbroken of onderdrukt, want er is bewuste inspanning nodig om die vermogens weer te herstellen. Zolang dat herstel niet heeft plaats gevonden zal het slachtoffer van propaganda, wanneer die een bepaalde bron van mening kwijt is, eenvoudig een andere bron zoeken, net zoals een junky een ander soort drug zal zoeken, zolang hij of zij maar niet zelf hoeft na te denken en zelf een oordeel zou moeten vormen. Dit zal het slachtoffer van propaganda, zo schrijft Jacques Ellul “de ondraaglijke pijn besparen om met een bepaalde gebeurtenis geconfronteerd te worden zonder een kant-en-klare mening, zodat hij [of zij] verplicht is om zelf een oordeel te vormen.”
‘Techniek’ als de ultieme oorzaak van het ontstaan van totalitarisme
Kortom, techniek als een maatschappelijk organisatiesysteem betekent, dat het geheel aan bedrijven, instellingen, organisaties en overheden zich inspannen om efficiëntie en controle te maximaliseren in de verwachting dat het dan goed komt. Dat is wat volgens Jacques Ellul vanzelfsprekend vroeg of laat leidt tot een totalitair systeem in de vorm van een technocratie: een technische posthuman utopia gebaseerd op een zielloze efficiëntie. Op basis daarvan zag hij techniek als de ultieme oorzaak van het ontstaan van totalitarisme.
Waarom zijn we verstrikt geraakt in dit technologische systeem? Naast dezelfde vier zaken die Mattias Desmet noemt als voorwaarden voor massavorming – sociaal isolement, een gevoel van zinloosheid, en onbestemde angstig en frustratie - noemt Jacques Ellul nog een paar andere zaken, die een rol hebben gespeeld bij het steeds meer verliezen van onze vrijheid en het verstrikt raken in de Technologische Samenleving.  
Onze behoefte aan gemak en afschuiven van verantwoordelijkheid
Allereerst wijst hij er op dat dit alles gebeurt onder het voorwendsel van gemak (en zekerheid). Onze behoefte aan gemak speelt een grote rol bij het ruimbaan maken voor ‘techniek’. Hoewel behoefte aan gemak onschuldig lijkt, wijst Jacques Ellul er op dat we, terwijl we nieuwe gewoonten verwerven gebaseerd op onze behoefte aan gemak, ongemerkt ook een aantal andere zaken in ons bestaan veranderen. Zo hebben we bijvoorbeeld de vrijheden die we hierdoor verloren, vervangen door iets wat vrije tijd wordt genoemd, hoewel dat iets volledig anders is. In het verlengde van onze behoefte aan gemak, is er het gevaar dat ‘techniek’ in staat is om ons te ontheffen van onze verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid wat betreft waarden.
De waarschuwing van Jacques Ellul
Kortom, door te waarschuwen voor een algemene trend waarin ‘techniek’ steeds meer  invloed heeft op de vrijheid van de sociale, politieke en economische aspecten van de samenleving, heeft Jacques Ellul getracht te laten zien, dat als mensen zich overgeven aan ‘techniek’, of het idee hebben dat zij er immuun voor zijn, dat dan de mens volgens hem verloren is. “[Als] de mens – als ieder van ons – afstand doet van zijn verantwoordelijkheden wat betreft waarden, als ieder van ons zich beperkt tot het leven van een triviaal bestaan in een technologische beschaving, met grotere aanpassingen en toenemend succes als enige doelen; als we niet eens de mogelijkheid overwegen om ons uit te spreken tegen deze doorslaggevende elementen, dan zal alles gebeuren zoals ik het heb beschreven en de doorslaggevende elementen zullen worden getransformeerd in bepaalde reeksen van opeenvolgende gebeurtenissen,” schreef Jacques Ellul.

Wat is volgens Jacques Ellul de oplossing?
De oplossing die Jacques Ellul zag is niet het elimineren van de moderne technologie, maar het overstijgen van technologie, zodat we weer zelf de touwtjes in handen hebben waardoor  ‘techniek’ niet langer een maatschappelijk organisatiesysteem met een eigen dynamiek is maar weer slechts een eventueel, secundair hulpmiddel. Het overstijgen van technologie komt er op neer dat we ‘technieken’ weer eenvoudig kunnen zien als zaken die nuttig voor ons kunnen zijn. Als we dat doen wordt het weer mogelijk om nee te zeggen, want zo “vernietigen we de basis voor de macht die techniek over de mensheid heeft,” schrijft hij. Dan zullen we opnieuw de vrijheid hebben om bewust keuzes te maken over wanneer en waarvoor we bepaalde technologieën wel of niet willen gebruiken. Echter dit overstijgen van de technologie kan volgens hem slechts op basis van een totale structurele én innerlijke ommekeer. Die ommekeer begint volgens hem door bewust de confrontatie aan te gaan met de ware aard van het technologische verschijnsel en daardoor de mate waarin het ons van onze vrijheid berooft te begrijpen.
Innerlijke vaardigheden zijn primair
Dat inzicht begint volgens hem met de erkenning dat vaardigheden innerlijke aspecten van ons als mens zijn en dat we er voor kunnen kiezen innerlijke vaardigheden weer te beschouwen als primair in ons leven, en gereedschappen en ‘technieken’, welke dan ook maar, als secundair. Op die manier wordt het weer mogelijk om te zien dat het eindresultaat niet het enige is dat van belang is, maar dat die innerlijke vaardigheden, samen met vakmanschap, persoonlijkheid, menselijke waardigheid, en natuurlijk de kwaliteit van de weg waarlangs het eindresultaat bereikt wordt, minstens zo belangrijk zijn.
Totale innerlijke ommekeer: begrijpen wat vrijheid eigenlijk  is
Verder is het volgens Jacques Ellul voor deze ommekeer nodig om te begrijpen wat vrijheid eigenlijk  is. Vrijheid is volgens hem niet iets dat ons zonder meer gegeven is, het is niet inherent in de mens of in de samenleving aanwezig en is geen een vanzelfsprekendheid. Daar vanuit gaan is een grote vergissing, want, zo stelt hij, mensen zijn het meest tot slaaf gemaakt, als zij denken comfortabel gesetteld te zijn in vrijheid. Aangezien vrijheid en verantwoordelijkheid met elkaar verbonden zijn, geven we wanneer we aspecten van onze verantwoordelijkheid afstaan, tegelijkertijd ook delen van onze vrijheid weg. Wat is vrijheid dan? Vrijheid betekent volgens hem dat het ons vrij staat om schijnbare onvermijdelijkheden te boven te komen. Er zijn allerlei omstandigheden van buitenaf die invloed op ons hebben en schijnbaar onvermijdelijk lijken, en in de moderne wereld, is volgens hem het technologische verschijnsel de meest gevaarlijke vorm van bepaald worden door omstandigheden van buitenaf. Maar we kunnen er voor kiezen om er naar te streven vrijheid voortdurend zelf te bewerkstelligen door het te boven komen van dat wat onvermijdelijk lijkt. Wat daar voor nodig is, is enerzijds dat we weer zelf kunnen nadenken en een eigen oordeel kunnen vormen en anderzijds om zelf de leiding over ons eigen leven te nemen en de verantwoordelijkheid daarvoor te willen dragen.
Totale structurele ommekeer: afzien van macht óver
Door de keuze voor de vrijheid om schijnbare onvermijdelijkheden te boven te komen, en het overstijgen van ‘techniek’ als een maatschappelijk organisatiesysteem, kunnen we andere vormen van organisatie daarvoor in de plaats vormgeven. Jacques Ellul pleitte daarbij voor het creëren van nieuwe organisaties van onderaf die op basis van een federatieve coöperatieve benadering zouden kunnen leiden tot wat hij noemde een anarchistische samenleving gebaseerd op een federatie, waarbij hij met de term anarchistisch bedoelt de geweldloze afwijzing van autoriteit in de zin van domineren. Met ander woorden, hij stelt voor af te zien van iedere vorm van hiërarchische organisatie, want zo benadrukt hij, wat hierbij bovenal van belang is, is dat we afzien van macht óver zaken en mensen. Dat laatste is namelijk waar het technische systeem ten diepste op neerkomt. (voor meer over de visie van Jacques Ellul zie een recent, uitgebreid artikel in het Engels en een wat korter, veel ouder en minder diepgaand artikel in het Nederlands).
In de ban van bepaalde ‘machten’
Terwijl we in de oplossingen die psycholoog Mattias Desmet voorstelt als tegengif voor totalitarisme en de macht van de wetenschapsideologie een pleidooi kunnen horen voor een holistisch wereldbeeld zoals ik dat in mijn boek De Hele Olifant in Beeld heb beschreven, klinkt in de oplossingen van socioloog Jacques Ellul in de vorm van het overstijgen van ‘techniek’ als een maatschappelijk organisatiesysteem samen met het afzien van macht óver zaken en mensen, een pleidooi zowel voor vormen van egalitaire organisatie wat kenmerkend is voor wat ik in mijn boek Samenlevingen in Balans beschrijf als Samenlevingen-in-Balans, als een pleidooi voor het innerlijk werk dat hier voor nodig is. Kortom we kunnen ook heel blij zijn met de voorgestelde oplossingen van Jacques Ellul.
Maar hoe zit het met dat probleem dat er ‘machten’ blijken te zijn waarvan we in de ban kunnen raken, en wat niet alleen tot uiting komt in hoe we met corona omgaan, maar ook in hoe we met ‘techniek’ in de brede zin van het woord omgaan. Gelukkig vond ik nog een ander perspectief dat daar meer licht op werpt.


Wat is volgens Paul Levy de grondoorzaak?
De Noord-Amerikaanse auteur Paul Levy, die vanuit een spiritueel-geïnformeerde holistisch perspectief kijkt, stelt als variant op het gezegde “Wie de lessen uit de geschiedenis niet leert is gedoemd die geschiedenis te herhalen”, dat we om effectief om te gaan met dat wat voor ons ligt, in staat zullen moeten zijn om niet alleen dat wat achter ons liggen onder ogen te zien maar dat we ook in staat zullen moeten zijn om dat wat binnenin ons onder ogen te zien. Want - in lijn met het Spiegelprincipe (een aspect van de Wet van Trilling), dat stelt, dat we onze waarnemingen van dat wat er om ons heen gebeurt, kunnen beschouwen als een spiegel voor dat wat we zelf onbewust uitzenden en daarom als kans om onszelf beter te leren kennen – schrijft hij dat er tussen dat wat er in ons gebeurt en wat er in de wereld om ons heen verschijnt een mysterieuze onderlinge verbinding bestaat. Daarom vroeg zich af of het coronavirus mogelijk een gevolg en dus een soort onthulling is van iets diepers in onszelf. Zijn uiteindelijke conclusie is dat de uiteindelijke oorzaak van de huidige crisis van de mensheid een psychospirituele crisis is. Dat betekent dat als we uitsluitend de symptomen bestrijden zonder de diepere oorzaak te verkennen, dat het kan dat we de ziekte overleven maar het waarschijnlijk is dat er vroeg of laat opnieuw symptomen zullen verschijnen.
Het coronavirus is multidimensionaal
In zijn nieuwste boek Wetiko, Healing the Mind-Virus That Plagues Our World (2021) gaat Paul Levy expliciet in op de relatie tussen het wetiko virus en het corona virus. Allereerst wijst hij er op dat als we er vanuit gaan, dat corona alleen maar een fysiek virus is, dat laat zien hoe diep we betoverd zijn door het gangbare beperkte, materialistische mechanistische wereldbeeld. Vanuit zijn holistisch, multidimensionale visie wijst hij er - in lijn met de Wet van Overeenstemming, die stelt dat alles wat bestaat op het niveau van de werkelijkheid van de materie ook bestaat op de niet-fysieke niveaus van de werkelijkheid – op dat het coronavirus ook op de niet-fysieke niveaus van de werkelijkheid moet bestaan en dus dat we niet alleen te maken hebben met een fysiek virus maar ook met een niet-fysiek virus. Daarom, zo stelt Paul Levy, is het voor werkelijke healing nodig om de ware multidimensionale aard van het virus te zien.
De corona uitbraak en het Spiegelprincipe
Aangezien corona zo’n enorm effect heeft gehad op ons als collectieve mensheid vermoedde hij dat het fysieke coronavirus mogelijk een weerspiegeling is van iets dat diep in ons collectief onderbewustzijn leeft en dat we onderdrukken waardoor we ons er niet bewust van zijn, maar dat nu in de wereld om ons heen zichtbaar wordt, waardoor we - in lijn met het Spiegelprincipe – de kans krijgen om onszelf beter te leren kennen. Verwijzend naar de kwantum fysica die heeft laten zien dat onze handeling van observeren van de werkelijkheid die we observeren beïnvloedt en dus dat de schijnbare ‘objectieve’ werkelijkheid om ons heen en de ‘subjectieve’ ervaring in ons onscheidbaar onderling verbonden zijn, schrijft hij dat het erkennen van de verbinding tussen de innerlijke en uiterlijke dimensies van onze ervaring licht werpt op de cruciale en actieve rol die de psyche speelt in het creëren van onze ervaringen. Dat betekent dat we geen passieve getuigen van onze wereld zijn, maar – of we dat nu wel of niet weten – actieve medescheppers daarvan zijn. Hij waarschuwt daaromdat als we dat vergeten, “we onze eigen innerlijke autoriteit marginaliseren en we zowel innerlijke als uiterlijke autoritaire krachten ‘opdromen’ om onze vrijheid te beperken en onze ervaringen voor ons vorm te geven.” Op het kwantumniveau, waarop geest en materie één zijn, bestaan alle mogelijke werkelijkheden in een staat van waarschijnlijkheid, wat in de kwantum fysica superpositie wordt genoemd. We hebben mede invloed op welke mogelijke werkelijkheid zich ook daadwerkelijk zal manifesteren.
De coronavirus onthult het wetiko mind-virus
Volgens Paul Levy is het fysieke coronavirus in de buitenwereld een manifestatie van een veel diepere infectie met een psycho-spiritueel virus, dat onder andere bekend is als wetiko. “Net als in een droom worden de gebeurtenissen in de buitenwereld symbolisch naar ons terug gespiegeld als een conditie diep in de psyche van ieder van ons. Deze correlatie herkennen helpt ons om de mogelijkheid te ontwikkelen om wetiko te zien,” schrijft hij. “Als we niet begrijpen dat de huidige wereld crisis een innerlijke oosprong heeft en een uitdrukking is van de menselijke psyche, zijn we gedoemd om onbewust eindeloos lijden en destructie in steeds grotere mate te herhalen en voortdurend opnieuw te creëren, alsof we een eindeloos terugkerende nachtmerrie hebben.” Met andere woorden, volgens hem is net als in een collectieve droom de corona epidemie een manifestatie van iets in ons gemeenschappelijke onderbewustzijn dat een materiële vorm heeft aangenomen, waardoor we de kans hebben gekregen om ons bewust worden van de aanwezigheid van de veel gevaarlijker onderliggende infectie met het wetiko mind-virus in ons onderbewustzijn.
Het coronavirus als geschenk
Omdat we niet kunnen ontwaken uit de collectieve nachtmerrie zonder ons eerst bewust te worden van dat wat het is dat ons in slaap houdt, kunnen we vanuit dit perspectief de corona uitbraak, ondanks alle ellende, ook als geschenk zien in de vorm van de mogelijkheid voor collectieve healing van de – tot nu toe vrij onbekende - wetiko ziekte.  Door ons als mensheid van de wetiko-ziekte te genezen, kunnen we voorkomen dat we vergelijkbare situaties opnieuw creëren, want we hebben ‘de les geleerd’. Daarom is het volgens Paul Levy van cruciaal belang voor ons om te weten wat corona over ons onthult, zodat we de kans krijgen om onszelf beter te leren kennen, want zo stelt hij, het zou wel eens kunnen dat onze overleving daar van af hangt.

Wat is wetiko?

Wetiko is een psychologische kracht in het onderbewustzijn dat ons vatbaar maakt voor ongezonde impulsen. Het is een besmettelijke psycho-spirituele ziekte van de ziel die we zouden kunnen beschouwen als een mind-virus. Het is een ziekte die geen grenzen kent en die de neiging heeft om steeds extremer te worden als er eenmaal een infectie heeft plaatsgevonden. Wetiko inspireert mensen, die er onder de invloed van zijn, om de hulpbronnen en levensenergie van anderen te nemen en te consumeren uitsluitend voor hun eigen voordeel, zonder iets van waarde van hun eigen leven terug te geven.  Op deze manier, zo stelt Paul Levy, schendt wetiko de heilige wet van wederkerigheid zowel met betrekking tot menselijke zaken als tot de natuurlijke wereld als geheel.
De wetiko ziekte wordt ook wel beschreven als een collectieve psychose waar de mensheid al lang voor de coronacrisis in terecht is gekomen  en die zich inmiddels over de hele wereld heeft verspreid. (zie voor meer over wetiko ook mijn nieuwsbrief van oktober 2019).
In onze cultuur we zijn blind voor het bestaan van wetiko
Sommige Noord-Amerikaans inheemse volken gebruiken de term wetiko om te verwijzen naar deze ziekte van exploitatie die gedreven wordt door buitensporigheid en een onverzadigbare hebzucht, die zich tegen volken, de natuur en zelfs tegen de mensheid keert en waaraan volgens hen veel mensen in onze Westerse cultuur lijden, maar waar wij westerlingen in feite geen term voor hebben en het nauwelijks als zodanig herkennen. Omdat we in onze westerse cultuur het bestaan van de wetiko ziekte ontkennen zijn we in feite blind voor dit mind-virus, dat heimelijk werkt via de onbewuste blinde vlekken in de menselijke psyche. Zo beïnvloedt wetiko heimelijk onze waarnemingen, want wanneer we met dit mind-virus zijn besmet wordt wetiko de lens waardoor we de wereld zien en betekenis geven aan onze ervaring van zowel de wereld als onszelf, terwijl wetiko zelf onzichtbaar blijft.
Wetiko geeft uitdrukking aan zichzelf via besmette mensen
Wanneer we eenmaal zijn besmet met het wetiko virus, geeft het uitdrukking aan zichzelf via ons en dwingt ons om tegen onze eigen belang in te handelen, terwijl het zich tegelijkertijd in onszelf verbergt, want de tragedie is dat het virus werkzaam is in ons onderbewustzijn. Paul Levy legt uit dat we onder andere worden geconditioneerd door deze ziekte via autoritaire familiestructuren, mannelijke dominantie en op een ideologisch niveau via arrogantie en het gevoel van superioriteit. “…het wetiko mind-virus is als de stage manager achter de schermen, die onze psychologische staat beïnvloedt en zo ons gedrag buiten ons bewuste gewaar zijn om organiseert,” schrijft hij. Wanneer we eenmaal besmet zijn, kan wetiko ons hart verdoven, en onze gedachten overnemen. Dit kan leiden tot egoïsme en onverzadigbare hebzucht, en het vervagen van ons vermogen om empathie te voelen. Wanneer we hier eenmaal in vastzitten, besmetten we bovendien onbewust anderen.
Als we zijn overgenomen door wetiko
Uiteindelijk bestaat er het gevaar dat wetiko ons ongemerkt overneemt en er een situatie ontstaat waarin we ons volledig laten leiden door ons onderbewustzijn, en dus dat wetiko achter het stuur gaat zitten. Waar wetiko naar streeft is om net als een virus op een kunstmatige manier het leven te imiteren. “Wetiko is net als ieder virus in essentie ‘dode’ materie,” schrijft Paul Levy, “en heeft, net als een vampier, een dorst voor precies dat wat het mist – de essentie van onze ziel, namelijk onze levensenergie… zo probeert wetiko zich voor te doen als het leven en het leven te imiteren. Alleen in en via een levend wezen verwerft het zich een pseudoleven. De persoon die op deze manier is overgenomen, wordt een voorpost voor wetiko om zijn vuile werk te doen.” Zo kan in feite ieder van ons ongemerkt een instrument worden voor wetiko in onze wereld.
De kans dat we destructief worden
In de mate dat we onbewust bezeten zijn door wetiko, is alsof een psychische lintworm of een parasiet onze hersenen heeft overgenomen en ons, zijn gastheer, er ingeluisd heeft om te denken dat we onszelf voeden en kracht geven, terwijl we in feite de parasiet voeden, wat een proces is dat uiteindelijk de gastheer - ons – zal doden. Een andere manier waarop Paul Levy dit beschrijft is dat het risico bestaat dat door toedoen van wetiko onze ongelooflijk uitgebreide, onzichtbare creatieve en scheppende kracht, die – in lijn met de Wet van Eenheid - inherent in ons aanwezig is maar onderdrukt wordt en vast zit in ons onderbewustzijn, zich tegen ons keert en zich in plaats van op een constructieve manier, op een destructieve uit gaat spelen hetzij in onszelf, het zij in de buiten wereld. Kortom, wanneer dat inherente vermogen niet bewust gebruikt wordt, kan deze creatieve kracht destructief worden. Echter mensen die besmet zijn met wetiko hebben geen idee dat er iets met hen aan de hand is en zijn onwetend wat betreft hun eigen gekte en in plaats daarvan zien ze de oorzaak van problemen altijd buiten zich zelf.

Wetiko en het onjuiste idee van het afgescheiden zelf
De wetiko ziekte, waar we in de westerse wereld collectief aan lijden, is in meer of mindere mate aanwezig in het onderbewustzijn van ons allemaal. Wetiko is een universele menselijke ziekte die ons, vanwege onze onderlinge verbondenheid, allemaal heeft besmet, ongeacht waar we vandaan komen. Terwijl het mind-virus een universeel verschijnsel is, dat bij veel volken en tradities onder verschillende namen bekend is, is het in onze westerse cultuur vrijwel onbekend. Echter, hoe minder we wetiko herkennen des te machtiger en gevaarlijker kan het worden, dus juist omdat de ziekte niet herkend wordt, kan de wetiko ziekte in de moderne geïndustrialiseerde wereld floreren. Daarom heeft Paul Levy de term wetiko, waarmee een aantal Noord Amerikaanse inheemse volken de ziekte aanduiden, geadopteerd, zodat we een naam hebben voor deze ziekte van de ziel, omdat die anders onherkenbaar en onzichtbaar blijft.
Geestelijk gezonde en geestelijk zieke personen
Een van de redenen waarom we de wetiko ziekte niet of nauwelijks herkennen heeft te maken met ons westerse mensbeeld en wat we op basis daarvan beschouwen als normaal. Echter wat wij beschouwen als normaal wordt door sommige inheemse tradities – die we kunnen beschrijven als Samenlevingen-in-Balans - beschouwd als een collectieve gekte, omdat zijzelf liefde beschouwen als de ‘norm’ voor de mensheid. Wat zij op basis daarvan beschouwen als normale, geestelijk gezonde mensen, zijn mensen die het principe van liefde voor hun mede levende wezens behouden en dus mensen die respect tonen voor alle vormen van leven. Daarentegen beschouwen ze mensen, die andere vormen van leven en mensen exploiteren, niet als normale maar als geestelijk zieke personen, die besmet zijn met de wetiko ziekte.
De verkeerde identificatie van wie we zijn
Paul Levy legt uit dat de oorsprong van wetiko terug te voeren is op onze misidentificatie, dat wil zeggen op een verkeerd idee dat we hebben over wie we zijn. Wetiko verspreidt de diepzittende illusie van het idee afgescheiden te zijn. Vanuit deze misleidde gedachten gaan we onszelf niet alleen ervaren als een afgescheiden zelf die afgescheiden bestaat van andere (ingebeelde) afgescheiden zelven en van de rest van het leven en het universum, maar ook foutief identificeren met dat afgescheiden zelf. En dat is precies wat ons vatbaar maakt voor de wetiko ziekte, want terwijl  “wetiko machteloos is om controle te hebben over onze ware aard,” is wetiko juist wel in staat om onze onjuiste identiteit – onze identificatie met ons afgescheiden zelf – te beheersen en te manipuleren. Vanuit de misidentificatie met het afgescheiden zelf en het daaraan verbonden perspectief van isolatie, gaan we anderen zien als concurrenten of als prooi. Vanuit dit op angst gebaseerd perspectief lijken vechten en exploiteren rationeel, en empathie belachelijk en sentimenteel. Echter - in lijn met de Wet van Eenheid die stelt dat alles in het universum met al het andere verbonden is, waardoor er niet zoiets als afgescheidenheid bestaat – legt Paul Levy uit dat er uiteindelijk helemaal niet zo iets als een afgescheiden zelf bestaat: “Het zelf bestaat in relatie, dat wil zeggen dat we slechts bestaan in relatie tot anderen, tot de omgeving en tot het grotere universum.”
Wetiko als gevolg van de staat van permanente onbalans
Uit deze beschrijvingen kunnen we concluderen dat wetiko uiteindelijk een gevolg van wat ik in mijn boek Samenlevingen in Balans beschrijf als de staat van permanente onbalans. Die term baseer ik op inzicht in de Wet van Dynamische Balans die stelt dat alles bestaat uit twee actieve beginselen, twee tegengestelde maar complementaire krachten - een naar buiten gericht aspect en een naar binnen gericht aspect - waartussen een dynamische balans bestaat, zodat optimaal functioneren mogelijk wordt. Bij een staat van onbalans, waarin het mannelijke, naar buiten gerichte aspect dominant is geworden over het naar binnen gerichte vrouwelijke aspect wordt uiteindelijk de inherente neiging om bij onbalans de balans weer te herstellen, geblokkeerd met als gevolg dat we vast zijn komen te zitten in een staat van permanente onbalans.
Overgeleverd aan de krachten die aanwezig zijn in het collectieve onderbewustzijn
In die staat van permanente onbalans raken we het contact met het naar binnen gerichte vrouwelijke aspect kwijt, waardoor we ons niet langer verbonden voelen met wie we in essentie zijn en ook niet meer met al het leven. Omdat we in deze staat ook niet meer in verbinding zijn met onze creatieve, scheppende aard, kunnen we daar geen uitdrukking meer aan geven. Echter in onze westerse cultuur wordt deze staat van permanente onbalans beschouwd als de normale staat van zijn en omdat we het contact met wie we in essentie zijn, kwijtgeraakt zijn, zijn velen van ons ook vergeten wie we als mens eigenlijk zijn. Omdat in deze staat onze rede – ons rationeel logische verstand – dominant is, hebben we ons als het ware uitgeleverd aan wetiko. Of in de woorden van Paul Levy: “Ons rationalisme heeft ons zodanig gedesoriënteerd dat we overgeleverd zijn aan de krachten die aanwezig zijn in het collectieve onderbewustzijn.”

Wetiko in het kader van de corona situatie
Het ontstaan van massavorming tijdens de coronasituatie, zoals Mattias Desmet dat beschrijft, kunnen we op basis van de inzichten van Paul Levy ook beschrijven als de effecten van de wetiko ziekte. Zo wordt duidelijk dat het niet-fysieke, mentale aspect van de virus, dat veel besmetterlijker is dan het fysieke virus zelf, zich via angst veel eerder, sneller en veel krachtiger verspreidde dan het fysieke virus. Deze angst die het fysieke virus vooruitsnelde en die zeer besmettelijk is, is het voedsel voor het wetiko mind-virus. Wanneer angst zich voedt met zichzelf wordt het schijnbaar autonoom en krijgt het een onafhankelijk eigen leven in de vorm van een zichzelf versterkende neerwaartse spiraal. Paul Levy wijst er bovendien op dat wanneer angst snel om zich heen grijpt, we vatbaarder worden om beheerst te worden door externe krachten. Hij beschrijft wetiko als een transpersoonlijke energie die een persoon of een groep mensen kan overnemen en opvallend genoeg beschrijft hij de situatie waarin we besmet zijn met de wetiko virus ook alsof we ons in een hypnotische trance bevinden.
Wanneer we geloven dat onze halve waarheid dé waarheid is
Wanneer we ons niet realiseren dat – zoals de Wet van Polariteit duidelijk maakt - alle narratieven slechts ‘halve waarheden’ zijn en in plaats daarvan geloven dat het narratief dat we beschouwen als waar, objectief en onweerlegbaar waar is, kan zo’n narratief volgens Paul Levy een betoverend effect hebben op onze geest. Als dat gebeurt heeft dat tot gevolg, dat het moeilijk is om bewijs dat ons perspectief tegenspreekt aan te nemen. Bovendien wijst hij er op dat wanneer we per abuis ons perspectief, en dus onze ‘halve waarheid’ gaan beschouwen als dé waarheid, de kans bestaat dat we onderling verdeeld raken. Dat gebeurt als we ons laten verleiden om mensen, die de wereld interpreteren zoals wij die zien, gaan beschouwen als bondgenoten en mensen die dingen anders zien dan wij, in feite als een bedreiging voor onze versie van de werkelijkheid. Daardoor creëren we een afscheiding tussen ons en zij die een ander perspectief hebben. “Onderling verdeeld worden is een aspect van het psychologische virus waar we onbewust een geheime verstandhouding mee hebben via onze vaststaande ideeën,” schrijft Paul Levy. “Wanneer we verdeeld en gepolariseerd worden, kunnen we makkelijker worden gemanipuleerd en beheerst door krachten van buiten.”
Kortom, het coronavirus en de grote verscheidenheid aan effecten daarvan in de wereld ziet hij in feite als manifestaties van het wetiko mind-virus.

Volgens Paul Levy is wetiko de ultieme oorzaak

We kunnen volgens Paul Levy het wetiko virus dan ook beschouwen als “the bug in the system,” en als de ultieme psycho-spirituele oorzaak aangezien wetiko de basis is van iedere vorm van destructie van onszelf en al het andere. Wetiko is de ziekte van agressie tegen andere levende dingen, de ziekte van de menselijke beschaving die tot uiting komt in liegen en bedriegen, brutaliteit, verovering, kolonialisme, imperialisme en totalitarisme, en die ons lijkt te dwingen om in de richting van zelfdestructie te gaan. Daarom is het volgens hem zo dat als we er niet voor kiezen om de wetiko ziekte te helen in feite niets anders er nog toe doet en daarmee volgt hij het inzicht van Carl Jung. “Jung waarschuwde ons voortdurend dat het grootste gevaar dat de mensheid op dit moment bedreigt de mogelijkheid is dat miljoenen – zelfs miljarden - van ons samen in een collectieve psychose vallen zonder dat we ons daar van bewust zijn, en daardoor elkaars gekte versterken op zo’n manier dat we ongemerkt medeschuldig zullen zijn aan onze eigen vernietiging,” schrijft Paul Levy.
Oorzaken en symptomen als gevolgen
Vanuit het grotere holistische perspectief zouden we kunnen zeggen dat wat Mattias Desmet en Jacques Ellul ieder vanuit hun eigen perspectief beschrijven als de ultieme oorzaak, in feite terug te voeren zijn op symptomen van de besmetting met wetiko. In andere woorden, het vatbaar zijn voor de wetenschapsideologie als de enige waarheid of voor de overname door ‘techniek’ in de brede zin van het woord zijn symptomen van besmetting met het wetiko virus, en uiteindelijke gevolgen van de staat van permanente onbalans. Terwijl Mattias Desmet voor de ultieme oorzaak van massavorming als een verschijnsel van totalitarisme teruggaat in de geschiedenis naar de Verlichting, en Jacques Ellul voor de ultieme oorzaak van totalitarisme nog verder teruggaat tot de renaissance, wijst Paul Levy erop dat de oorsprong van wetiko nog veel verder terug in de geschiedenis ligt. Overeenkomstig met wat ik in Samenlevingen in Balans beschrijf over de staat van permanente onbalans, is de wetiko ziekte volgens hem al duizenden jaren aan de gang, maar hij wijst er op dat het in recente tijden duidelijker is geworden en moeilijker om te ontkennen.
Het geschenk van corona
Wanneer we vanuit het grotere plaatje kijken kunnen we ook zien dat de coronasituatie ons een prachtig geschenk biedt. “Het feit dat een gebeurtenis massaal lijden veroorzaakt sluit niet uit dat het ook een transformatief geschenk in zich kan dragen.” Want een eerste voorwaarde bij ieder healingsproces en dus ook bij de mogelijkheid voor collectieve healing van de – tot nu toe vrij onbekende - wetiko ziekte, is dat we ons bewust zijn van de ziekte, en dus van de aanwezigheid van het mind-virus. Daarom kunnen we de onthulling over onszelf en dus de erkenning van de besmetting met wetiko als de ultieme oorzaak, volgens Paul Levy ook beschouwen als iets kostbaars, namelijk als de kans die we hebben gekregen nu wetiko via de weerspiegeling in het coronavirus zichtbaar is geworden op een wereldwijde schaal, om ons van de tirannieke greep van de tot dan te onbewuste wetiko te bevrijden. Met andere woorden, de coronasituatie biedt ons de mogelijkheid voor collectieve healing van een massale infectie met wetiko, waarvan de diepere patronen nu zichtbaar zijn worden.
Het grootste gevaar voor de mensheid komt vanuit onze eigen psyche
In die zin kan het een kans zijn voor collectief ontwaken en een verregaande structurele verandering op basis van het inzicht dat onze ware kracht en vermogen tot handelen in onszelf ligt. “Als we zoeken naar talloze externe oorzaken en oplossingen voor de vele crises die we collectief zelf veroorzaken, kijken we over de psyche heen of negeren we die volledig als een bron of oorzaak van onze planetaire crisis. Deze crises komen voort uit die ene plek waar we het minst geneigd zijn om te zoeken, namelijk in onszelf.” We kunnen corona beschouwen als de uiteindelijke onthulling dat het grootste gevaar voor de mensheid vanuit onze eigen psyche komt dat helaas, zo stelt Paul Levy vast, het deel van de ervaringswereld is waar we het minst van weten. Terwijl een deel van ons het corona narratief doorziet en daar niet door gehypnotiseerd is geraakt, kunnen we echter op basis van het perspectief van Paul Levy vermoeden dat velen van ons nog wel geheel of gedeeltelijk blind zijn voor het wetiko virus. En voordat we te vroeg gaan juichen en denken dat wij in ieder geval niet aan de wetiko ziekte lijden, wijst hij er op dat “als we iemand zien die overgenomen lijkt te zijn door wetiko en we denken dat zij de zieke hebben en wij niet, is het feit dat we hen zien als gescheiden van ons een teken dat we zelf onder de betovering van het virus zijn geraakt.”
Uiteindelijk zijn we zelf verantwoordelijk voor onze situatie
Maar wat wel een reden tot juichen is, is het feit dat als we erkennen dat de oorsprong en het ontstaan van de wetiko ziekte in onszelf is, in de menselijke psyche, betekent dat de oplossing in de vorm van de kuur voor wetiko zich ook in onszelf, in de psyche, bevindt. De genezing van de wétiko ziekte vraagt allereerst om ons er geen slachtoffer door te voelen, want dat is nu net precies waardoor de ziekte kan blijven bestaan. Volgens Paul Levy is het meest verderfelijke aspect van het onderworpen raken aan wetiko, dat het uiteindelijk de instemming van onze eigen vrije wil betreft; niemand anders dan wijzelf is uiteindelijk verantwoordelijk voor de situatie. Er bestaat volgens hem geen objectieve entiteit genaamd wetiko dat buiten onszelf bestaat en die onze ziel kan stelen – in plaats daarvan is het het verschijnsel van wetiko dat ons misleidt tot het weggeven van onszelf.

Hoe genezen we ons van wetiko
Als we de ziekte niet kunnen herkennen, kunnen we het ook niet proberen te genezen. Om deze ziekte van de ziel waarmee we allemaal besmet zijn te kunnen behandelen, is het daarom nodig dat we allereerst uit de ontkenning stappen en de ziekte zien, erkennen, het een naam geven en begrijpen hoe het werkt, zodat we te weten komen waar we in feite mee te maken hebben. Als we ons bewust worden van hoe wetiko in onszelf functioneert, verliest het zijn grip op ons. Dus we moeten de ziekte vaststellen en behandelen door het binnenin onszelf direct onder ogen te zien.
Onze eigen schaduwen onder ogen te zien
Enerzijds vraagt het dus om onze eigen schaduwen onder ogen te zien en om onze trauma’s te helen, want zo schrijft Paul Levy, “Zolang als we ons niet bewust zijn van de inhoud van ons onderbewustzijn – en daardoor niet in staat om de bewuste architecten van ons innerlijk landschap te zijn – zal ons vermogen om de buitenwereld te transformeren beperkt zijn.” In dat kader wijst hij er op dat het niet het bewuste ego is dat de wereld zal veranderen. In feite is onze staat van permanente onbalans hierbij nutteloos. Het kan ons niet helpen om ons uit deze precaire situatie te bevrijden, want het is zelf een product van – en gecreëerd door – dezelfde gekte waarvan we ons willen bevrijden, of zoals Albert Einstein zei: “We kunnen problemen niet oplossen door dezelfde manier van denken te gebruiken die we gebruikten toen we die problemen creëerden.” Echter door te zien hoe wetiko heimelijk werkt via ons bewustzijn kunnen we de schijnbare onafhankelijkheid, autonomie en macht van wetiko over ons wegnemen, want wetiko is niet in staat om controle over ons te hebben wanneer we in contact zijn met wie we in essentie zijn. De enige manier om een bewoonbare wereld voor ons allen te maken, is dan ook in de visie van Paul Levy een voldoende groot aantal mensen die een relatie hebben ontwikkeld tussen hun bewuste en onbewuste delen en die vervolgens relaties aangaan met elkaar en die elkaars inspiratie in het proces verdiepen.
Een radicale innerlijke transformatie van de mensheid
Anderzijds wijst hij op het belang van het hebben van een spirituele basis als weerstand tegen de wétiko ziekte, want volgens hem kunnen we alleen door een bewust, florerend innerlijk spiritueel leven te ontwikkelen wetiko voor goed uitbannen. Een spirituele basis waardoor we kunnen vertrouwen op onszelf en waarbij we onze eigen keuzes maken en opnieuw leren hoe we als verantwoordelijke, authentieke mensen kunnen leven. Kortom, de uiteindelijke conclusie van Paul Levy is, dat de huidige wereldwijde crisis uiteindelijk een psychospirituele crisis is, en dat er uiteindelijk een verruiming van bewustzijn en dus een radicale innerlijke transformatie van de mensheid op grote schaal nodig is. Zo kunnen we het coronavirus – en dus het wetiko virus – beschouwen als een krachtige katalysator voor de menselijke evolutie. Want zo’n radicale psychospirituele transformatie van de mensheid is niet alleen mogelijk, maar ook al aan de gang.
Van afgescheiden en angst
Het wordt door sommigen omschreven als de donkere nacht van de ziel van de mensheid. Deze transformatie betreft - in lijn met de Wet van Ritme, die stelt dat alles permanent in verandering is volgens een patroon, waarbij leven, dood en opnieuw leven, elkaar opvolgen en het proces van ‘dood gaan’ een letterlijk of symbolisch uit elkaar vallen is van dat wat niet langer (optimaal) werkt, om zo plaats te maken voor iets nieuws op een volgend niveau van ontwikkeling - een archetypische ervaring van sterven en herboren worden. Door symbolisch dat deel van onszelf te laten sterven dat ons niet langer dient, dus door de illusie van het afgescheiden zelf uit elkaar te laten vallen als een vorm van dood gaan van een te eenzijdig en onecht beeld van wie we zijn, waardoor we tegelijkertijd de macht die angst over ons heeft wegnemen. Deze symbolische dood heeft alles te maken met het vinden van ‘de nieuwe weg’. Wanneer we de situatie herkennen zullen we in staat zijn om bewust aan dit archetypische proces deel te nemen en ontstaat er ruimte zodat een ander deel van ons kan worden geboren en kunnen we worden wie we eigenlijk zijn.
Naar alles is met al het andere verbonden
Want als het ons lukt om uit onze angst te stappen zodat we daar niet langer door gevangen gehouden worden, zijn we beter in staat om de werkelijkheid waar te nemen. Wat we dan – in lijn met de Wet van Eenheid - zien is het bestaan van het onderlinge afhankelijke web van het Leven. Dit onderlinge afhankelijke web van wederzijdse verbinding, verbindt ons met elkaar en met onze heelheid. Dit is het geschenk van het corona dat verborgen was in de ziekte, waarmee we niet alleen ons van wetiko kunnen genezen, maar bovendien onszelf helen. Het op een diepe manier onze onderlinge afhankelijkheid realiseren, genereert compassie. Zo kunnen we in potentie onze onwetendheid over de onderlinge verbinding met elkaar overwinnen.
Als we echter onbewust blijven van wetiko zal het zich fysiek manifesteren in de buitenwereld, waar het zich zal gaan uitleven op een destructieve manier. Kortom, hier zijn we op een keuzemoment. Gaan we de situatie zich laten herhalen, zo vraagt Paul Levy, of gaan we deze keer eindelijk de boodschap begrijpen en onze onderlinge afhankelijkheid erkennen?


‘Dat wat er achter de schermen gebeurt’
Toch lijkt dit niet het hele verhaal, want hoe zit het dan met ‘dat wat er achter de schermen gebeurt’? In lijn met de Wet van Polariteit, die stelt dat alles wordt gekenmerkt door een paar van tegengestelden en dus dat alles twee kanten heeft, en dat waar je één aspect van iets vindt, ook altijd het tegenovergestelde aspect aanwezig is, hebben we ook hierbij te maken met twee tegenovergestelde perspectieven op de waarheid. Enerzijds kunnen we met behulp van het Spiegelprincipe de coronasituatie zien als een kans voor transformatie en heling, anderzijds hebben we te maken met ‘dat wat er achter de schermen gebeurt’ en de realiteit dat op dit moment technocratie de basis vormt van een veelheid aan programma’s die steeds zichtbaarder worden ingevoerd zoals bijvoorbeeld Agenda 2030 en de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de VN, Klimaatverandering, de zogenaamde Groene Economie en Smart Cities. Mattias Desmet, Jacques Ellul en Paul Levy ontkennen dit niet.
Zonder enige twijfel zit er intentionaliteit in de zaak
In een van de interviews met Mattias Desmet wordt hem gevraagd of er bewust gebruik gemaakt wordt van het fenomeen massavorming. Zijn antwoord is dat er enerzijds voor veel mensen geldt dat zij worden meegesleurd in een systeem, zonder dat zij zich de grotere context daarvan realiseren en hij vermoedt dat dat ook geldt voor veel experts. Maar anderzijds zit er volgens hem zonder enige twijfel intentionaliteit in de zaak en wordt de massavorming tot op zekere hoogte artificieel gecreëerd. “Er zijn allerlei instituten die vinden dat we de democratie achter ons moeten laten en dat het tijd is voor een technocratie en die gebruik maken van die massavorming om aan kracht te winnen.”
Een globaliserende machtsstructuur
Ook Jacques Ellul nam in zijn tijd al waar dat de Technologische Samenleving niet op zichzelf staat maar een deel vormt van een globaliserende machtsstructuur die zich samentrekt op basis van de principes van ‘techniek’. Hij kreeg de indruk dat mens een soort gereedschap leek te worden in de handen van de ‘weinigen’, de elite die volgens hem de intentie hebben om op de goddelijke troon te gaan zitten. In zijn boek Propaganda ontraffelde hij in dat kader het vermogen van propaganda om toegang te krijgen tot het kneedbare, op de massagerichte aspect van de mens.
En ook Paul Levy erkent ‘dat wat er achter de schermen gebeurt’, als iets dat beslist plaats vindt. Hij vat dat zo samen: “… de niet te ontkennen sluipende machtsgreep (met overal de vingerafdrukken van wetiko) die plaats vindt achter de schermen terwijl wij afgeleid zijn door de pandemie. Dit betreft de onheilspellende reconstructie van de economie en bestuursvormen, de centralisatie van macht en controle, het militariseren van onze samenleving, de transfer van rijkdom en macht, de implementatie van een totalitaire agenda – allemaal ontworpen om de grip van de corrupte zakelijke bank oligarchie, die ons in toenemende mate onder hun duim heeft te versterken.” (zie voor meer details over technocratie bijvoorbeeld het boek van Patrick Wood, Technocracy Rising, the Trojan Horse of Global Transformation (2015)

Het verzoenen van pessimisme en optimisme
Dus hebben we nu aanleiding om ons optimistisch te voelen of juist pessimistisch? Terwijl  – zoals de Wet van Polariteit stelt - alle waarheden slechts halve waarheden zijn, bestaat er het risico dat we slechts een halve waarheid zien – het zij een optimistisch perspectief, het zij een pessimistisch perspectief - maar er zeker van zijn dat we in het bezit zijn van de hele waarheid. Deze situatie - wanneer we een gedeeltelijke waarheid zien, maar er zeker van zijn dat we in het bezit zijn van de hele waarheid, kan er in feite voor zorgen dat een uitgebreidere waarheid voor ons verborgen blijft met als gevolg, zo legt Paul Levy uit, dat we onbewust onze eigen verduisteraars worden.  En dit geldt voor beide zijden: Enerzijds vinden sommige mensen met het pessimistische perspectief het optimistische perspectief naïef en belachelijk. Anderzijds willen sommige mensen met het optimistische perspectief het pessimistische perspectief niet zien. “Het is me opgevallen,” schrijft hij, “dat wanneer ik mensen die zich hebben geïdentificeerd met een eenzijdig, spiritueel en optimistisch perspectief wijs op de donkere agenda, ze boos worden. Ze willen hun aandacht niet richten op de negatieve dingen die er in de wereld gebeuren.”
Angstig pessimisme
De Wet van Polariteit maakt duidelijk dat wat we zien als waarheid niet alleen gekleurd wordt door ons perspectief, maar bijvoorbeeld ook door onze overtuigingen. Als mensen ten pooi zijn gevallen aan angstig pessimisme en denken dat zij hulpeloos zijn om het traject van het destructieve gedrag van de mensheid te veranderen, zullen ze de wereld zien door de lens die vooral bewijs ziet dat hun pessimistische perspectief bevestigt. Op basis van inzicht in de Wet van Aandacht (een van de Wet van Trilling afgeleide wet) die stelt dat waar we onze aandacht op richten, we in sterkere mate naar ons toetrekken, is het duidelijk dat het niet handig is om onze aandacht te richten op wat we niet willen: het gevolg van het vestigen van onze aandacht op dat wat ons pessimistische perspectief bevestigt is, dat we nog meer overtuigd raken van de juistheid van ons perspectief en de objectieve aard van wat we zien: zo kunnen we in een oneindig achteruitgaande, zichzelf genererende vicieuze cirkel geraken, dat in feite een self-fulfilling prophecy is. Of in de woorden van Paul Levy: “…als mensen zich verschansen in hun pessimistische perspectief, raken ze ongemerkt mede betrokken bij het creëren van hun ergste nachtmerrie.”
Blind optimisme
Op basis van inzicht in de Wet van Aandacht is het duidelijk dat we er beter voor kunnen kiezen om onze aandacht te richten op dat wat we wel willen. Echter, zo merkt Paul Levy op, wanneer mensen, die vasthouden aan een blind optimistisch perspectief, dat onbewust doen om zo de relatie met hun eigen innerlijke donkerte te vermijden, maken ze het ongemerkt waarschijnlijker dat juist de donkere werkelijkheid die ze ontkennen zich zal manifesteren, want het niet kennen van hun eigen schaduw maakt hen niet alleen vatbaar voor besmetting met wetiko, maar ook voor onbewuste sturing door wetiko in hun eigen onderbewustzijn. Kortom beide extremen, angstig pessimisme en blind optimisme zijn uiteindelijk destructief.
De synthese van angstig pessimisme en blind optimisme
De Wet van Polariteit stelt gelukkig ook dat tegenstellingen relatief zijn, en dat alle tegenstellingen - dus ook twee tegengestelde perspectieven van de waarheid - met elkaar verzoend kunnen worden in de vorm van een synthese. In De Hele Olifant in Beeld beschrijf ik het proces van het bereiken van synthese tussen angstig pessimisme en blind optimisme. Wat daarvoor allereerst nodig is, is om ons niet te identificeren met slechts één perspectief, maar om ons in plaats daarvan te bewegen voorbij een of-of-houding, niet in de vorm van een compromis, maar in de vorm van een zowel-als. Vervolgens  kunnen we die synthese laten ontstaan door allereerst beide tegengestelden volledig te accepteren, dus door te erkennen dat zowel angstig pessimisme als blind optimisme beide bestaan. Door eerst het angstige pessimisme te voelen, te erkennen en te accepteren en dat gevoel er volledig te laten zijn, en daarna het tegenovergestelde gevoel van blind optimisme te voelen en dat er ook volledig te laten zijn, kunnen we vervolgens beide gevoelens bewust afwisselen. Wanneer het ons lukt om beide steeds afwisselend en zonder oordeel te voelen en beide volledig te accepteren en er om de beurt te laten zijn, zal er op een gegeven moment een omslag komen.
Naar een niveau boven de tegenstelling
De doorbraak komt zodra het ons lukt om ons te bevrijden van dat waarmee we ons vast blijven houden aan ons huidige beperkte niveau van bewustzijn. Zo maken we ruimte voor de ziel, waardoor we kunnen gaan functioneren in de openheid en de uitgestrektheid voorbij de gebruikelijke gedachten. Of zoals Paul Levy het zegt, het vraagt van ons een metaperspectief zodat we de verschillende perspectieven tegelijkertijd kunnen zien, zonder ons uitsluitend te identificeren met – en gevangen te geraken in – het ene of het andere perspectief.
De werkelijkheid helder kunnen waarnemen zoals die is
Vanuit die stabiele positie van het ruimere bewustzijn kunnen we als het ware neutraal naar een bepaalde situatie kijken, waardoor we alles onderkennen, vaststellen en accepteren wat er op dat moment is. Bij het verzoenen van tegenstellingen gaat het om een zodanige synthese, dat beide elementen worden opgenomen in een hogere eenheid die de kwaliteiten van de afzonderlijke elementen overstijgt. In andere woorden, de synthese zal iets nieuws zijn. Terwijl het compromis tussen pessimisme en optimisme mogelijk praktisch realisme is, zullen we in de positie van neutraliteit kunnen ontdekken dat verzoening van pessimisme en optimisme betekent dat we de werkelijkheid helder kunnen waarnemen zoals die is. Dus in plaats van ons te hechten aan één narratief, is het van cruciaal belang om het vermogen te ontwikkelen om in staat te zijn om een ruim en veelzijdig perspectief op de wereld te hebben. Dan zien we dat er zowel plannen voor een Great Reset zijn die mogelijk stemmen tot pessimisme, als dat een verruiming van bewustzijn van de mensheid al plaats vindt.

De coronalessen en Samenlevingen-in-Balans

Als deze drie perspectieven – van Mattias Desmet, Jacques Ellul en Paul Levy – alle drie een stukje van de hele waarheid bevatten, zouden deze gezamenlijke  lessen van corona wijzen in de richting van een transformatie naar Samenlevingen-in-Balans. In mijn boek Samenlevingen in Balans beschrijf ik hoe het wereldbeeld, de organisatiestructuur en de staat van bewustzijn van een bepaalde cultuur onlosmakelijk met elkaar samenhangen. Voor een transformatie van onze westerse Samenlevingen-uit-Balans naar wat ik noem Samenlevingen-in-Balans en dus naar samenlevingen waarvoor geldt dat de universele wetten een integraal onderdeel vormen van de cultuur, is het nodig om alle drie de onlosmakelijk met elkaar samenhangende aspecten te veranderen: de transformatie van het mechanistische mens- en wereldbeeld naar het holistische wereldbeeld wat Mattias Desmet noemde als les van de coronasituatie, de transformatie van de huidige vormen van hiërarchische organisatie naar egalitaire vormen van organisatie wat Jacques Ellul beschreef als de transformatie van ‘techniek’ als maatschappelijke organisatie vorm naar vormenvan organisatie zonder macht óver, en de transformatie van de staat van permanente onbalans naar onze natuurlijke staat van balans, waarbij de transformatie van de staat van bewustzijn primair is, wat Paul Levy beschrijft als een radicale innerlijke transformatie van de mensheid in het geval we ervoor kiezen om deze keer eindelijk de boodschap te begrijpen.

 


Agenda
Op dit moment zijn er helaas geen uitnodigingen, maar uitnodigen zijn welkom! Mochten er meer uitnodigingen komen, dan is de meest actuele informatie te vinden op de agenda op mijn website

Verder is er de Esoterra Podcast Marja de Vries, De Hele Olifant in Beeld, 10 maart 2020

En zijn er  twee video's voor iedereen te zien online:
De 5G presentatie van 5 juli 2020 in de Hanzehof in Zutphen
= op YouTube:  Informatieavond over 5G in de Hanzehof te Zutphen 
= op Bitchute: Informatieavond over 5G

De Sophia mythe presentatie van 23 oktober 2020
= op Bitchute: De Sophia mythe, wétiko en zelforganisatie

 

Tot zover het nieuws rond ‘De Hele Olifant in Beeld’, ‘Samenlevingen in Balans’ en mijn verdere werk.

Lieve groetjes,

Marja de Vries